dinsdag 9 juni 2009

Obernai

Obernai
Op het pleintje voor de tweetorense basiliek ‘Pierre et Paul’ staat een bronzen standbeeld van een zekere Freppel. De man is van geboortig uit de streek (1924) en werd later bisschop van Angers. Als voornaamste wapenfeit toont hij in zijn linkerhand een vel papier dat als hoofd begint met Sire. Volgens de bijverklarende tekst op het beeld zou het een protestbrief zijn gericht aan Kaiser Wilhelm I de Elzas niet te annexeren in zijn heimat. Het brengt me op het idee. Om de steeds maar de terugkomende vragen over onze vaderlandse politieke onkunde uit te leggen waarschuwen we onze Franse vrienden dat “onze Waalse broeders, waarmee we volgens onze folklore al eens overhoop liggen, Frankrijk willen annexeren! “ Een zekere Madame Non, toch een ferm wuf, wil o.a. ook Brussel claimen voor de simpele reden dat ze er Frans spreken wat ook telt voor La douce France. Bruxelles, hoofdstad van Groot Frankrijk staat niet mis, mijn gedacht! Succes verzekerd!
Dit gezegd zijnde staan we hier aan de basiliek op de aanleunde ‘Rempart Monseigneur’ om te overnachten. We hebben een huisclochard te vriend. Het zit zo: de motor was nog niet afgekoeld of een tiep kwam een praatje slaan. Hij toonde een vodje papier met de uren van de H.Missen wat ons deed vermoeden dat het een devote katholiek ging. Bleek niet zo. Het was zijn tijdschema waarop hij verwacht werd om op de trappen van de kerk om te bedelen. We gaven hem een peperkoek en hij was tussen twee aalmoesbeurten niet meer van ons weg te slaan. De man zag er niet uit als een bedelaar maar was eerder verzorgd, geschoren en wel. Zeker niet de dorpsidioot! Hij had meer weg van een aan lagere wal geraakte professor. De diepgaande filosofische gespreken die we met hem hadden gingen over thema’s waarop deze zonderlingen een patent schijnen te hebben. Na de avonddienst in de kerk was hij plotseling verdwenen.
Obernai is een van deze typische Elzase plaatsjes waar de ooievaars kindjes op bestelling thuis afleveren en overwoekerd wordt door horden dagjestoeristen www.obernai.fr. Volgens onze informant wegen de nesten van de ooievaars met door de gemeente bijgeleverde karrenwiel, meer dan honderd kilogram. Soms dondert er wel eens zo’n nest naar beneden. De poep moet op geregelde tijden door de pompiers verwijderd worden.
We verplaatsten onze motorhome - wat de Fransen een camping-car noemen en in het Engels vertalen als camper- dormobil - ’s anderdaags naar de volgend bestemming: Sélestat www.selestat-tourisme.com en www.ville-selestat.fr.

Sélestat
Minder toeristisch is de binnenstad van Sélestat groter dan Obernai en, de dinsdag toen we er op de gratis ‘Parking Vauban’ ontwaakte, herschapen in een markt dat ons deed vermoede ergens in Algerije te zijn verdwaald. Ik informeerde in de plaatselijke toerismebureau waar er ergens een Internetc@fe was en kreeg meteen drie locaties aangewezen. In perfect Frans heet dat cyberc@fe. Onthouden!
Het valt op dat toeristische folders hier overal drietalig zijn (F, D, en E), soms ook in het Nederlands. Toch wat campings betreft. Speciaal een drietalig foldertje trok mijn aandacht: ‘Handi Turisme’. Ik heb het meegenomen en bestudeert. Het betreft een toegankelijkheidinfo voor rolstoelpatiënten voor de binnenstad en er is zelfs verhuring van speciale éénwielige rolstoelen (joëlette), getrokken of geduwd voor daguitstapjes in vrije natuur en de bergen www.libre.asso.fr.

De bergen in
Vanuit Sélestat trokken we terug de bergen in en voorbij een ooievaarsranch (www.cigogne-loutre.com), een roofvogelshow (www.voleriedesaigles.com) en een apenberg , waar naar het schijn apen in het wild leven (www.montagnedessinges.com), kwamen we na een forse klim (800 m) toe op ons target: Haut-Koeningsbourg, een fantastisch feodaal kasteel (www.haut-koeningsbourg.fr). Het werd verschillende malen verwoest en in 1908 in al haar glorie heropgebouwd en opengesteld voor het publiek.

Colmar
Aan een van de talrijke ronde punten werden we verwelkomt door een reusachtig New-Yorks Vrijheidsbeeld. In het toerismebureau kwamen we er snel achter dat de ontwerper van het beeld ‘liberty entlightening the world’, Auguste Bartholdi (1834-1904) was. Het ontwerp van het beeld werd door Frankrijk geschonken aan de USA. Bartholdi was van geboorte Colmarien en heeft hier dan ook zijn museum met een grote collectie van zijn creaties (www.musee-bartholdi.com). Het beeld werd in Colmar geplaatst om zijn 100 jarige overlijden te herdenken.
We overnachtte terug op een gratis parking aan de rand van de ‘Vieille Ville’. De stedelijke geldhonger de automobilisten te laten opdraaien voor alles en nog wat is blijkbaar nog niet goed doorgedrongen bij de Fransen. Wat ook wel opvalt is de tekst bij de voorbehouden plaatsen van mindervalide: ‘Vous prenez ma place, prenez aussi mon handicap’.
Colmar (www.ot-colmar.fr) is een stad van een kleine honderdduizend inwoners. De oude binnenstad met zijn talrijke typische vakwerkhuizen heeft nog een supplementaire attractie: ‘Le Petite Venise’ ligt aan een snelstromend riviertje dat doorheen de stad stroomt. Toeristen worden er, zoals in Brugge met kleine bootjes rondgevaren.
Wat is er nog te beleven? Aja, werelds langste wandeltocht. In juni vertrekt vanuit Parijs een 520 kilometer lange voettocht naar Colmar. Aankomst wordt op 20 juni verwacht. De tocht loopt door 171 gemeenten in acht departementen sinds 1981. Doorgewinterde wandelaars leggen deze afstand af, aan een gemiddelde snelheid van 7,5 km, in zeventig uur. Een vergelijkbare prestatie voor vrouwen voert van Chalons-en-Champagne naar Colmar (335 km).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten