Door Spanje
In volle zomer door Centraal Spanje rijden is moordend. De temperaturen zijn er constant boven de 30°C. Wij hadden uitschieters van 35° tot 40°C.
Verloren
Toen we nog in de Pyreneeën waren werd er in de aangrenzende NP Ordesa een vrouw vermist. Later lazen we in Het Laatste Nieuws (gedrukt in Barcelona) dat de 61-jarige Française Thérèse Bordais na elf dagen, zonder eten en drinken, door reddingsbrigades werd gevonden. Ze hadden er ruim een week met helikopters en honden naar gezocht. Ze werd ontdekt aan de voet van een kloof waar ze haar rode T-shirt op de grond had uitgespreid om de aandacht te trekken (www.mma.es/parques).
De koele Pyreneeën verwisselden we dan ook met weemoed voor de oververhitte oven van het Iberische binnenland. Het was nog een hele toer om vanuit het NP Aigüestortes door haarspeldbochten en een paternosters aan tunnels naar de ‘vlaktes’ te rijden. Inderdaad, Spanje Interrior is alles behalve poldervlak. Een stofferig, dor en verbrokkeld landschap. Goed voor het opnemen van spaghettiwesterns. Pas aan de provinciale hoofdstad Lleida (Lérida, www.lleidatur.com) was er door irrigatie wat groen voor de fruitteelt te bespeuren. In Mequinenza, waar de Ebro met haar bijrivieren wordt opgevangen tot een stuwmeer, zouden we wat koelte aan het water onder de schaduw van sparrenbomen kunnen opzoeken.
Het stuwmeer is tevens een grote visvijver. En dat er wat te vangen valt? Toen we er waren kreeg de 11-jarige Britse Jessica Wanstall een klepper van 2 meter groot en 90 kilo zware meerval aan de lijn. Die trok haar zo hard richting het water dat haar vader haar moest vastgrijpen. Twintig minuten lang leverde het duo een hevig gevecht. Uiteindelijk werden hun inspanningen beloond. Na een foto genomen te hebben werd de vis terug in het water geworpen.
In Alcaniz sloegen we de N232 in richting kust. Daarvoor moesten we over de bergketen ‘El Maestrat’. Langsheen de baan stond aangegeven dat er een speciale parking voor zwerfauto’s was. We besloten er te overnachten maar misreden ons en kwamen bovenop de parking van het kasteel, annex middeleeuwse stad Morella terecht (www.morella.net). Toen brak er een hevige storm uit en we schommelden met onze zwerfwagen, duizendmeter hoog, gevaarlijk heen en weer. We stonden onder een treurwilg dat onze auto gevaarlijk met haar lange takken begon te geselen. Een andere boom zag het niet meer zitten en gaf de geest in dit windgeweld. Ze kraakte af en kwam naast een geparkeerde auto terecht. Wij besloten een eindje op te schuiven naar een plaats waar al enkele bomen met de wind de bergaf waren meegereisd. Kon er zo al geen meer op ons dak terecht komen. De berg terug afrijden vonden we geen opzie wegens te gevaarlijk met die rukwinden.
’s Morgens was het wind wat gaan liggen en we vervolgden onze weg. Na nog de Puerto Toro Miro - een col van 1.204 m hoog - overgestoken te hebben, waren we over ons hoogtepunt heen en was het nog een lange haarspeldbochtige afdaling naar de kust, waar we in het plaatsje Vinaros konden pootje baden in de Middellandse zee (www.vinaros.org/turismo, www.comunitatvalenciana.com).
Valencia
We hadden besloten Valencia te bezoeken. Vooreerst omdat het voor mij de thuishaven was geweest van de Rederij Hermans uit Brugge. We verscheepten toen sinaasappelen naar Ierland. Van het centraal in de stad gelegen haventje El Grau schoot niet veel meer herkenbaars over. Het werd sterk gerenoveerd toen de finale van 32ste America’n Cup in 2007 hier haar finale beslissing uitvocht. In haar 152-jarige geschiedenis werd door twaalf teams voor de eerste maal in Europa gevaren. Auckland had toen aan de race 300 miljoen dollars verdient.
Een sciencefictionstad
De sinaasappelstad had eerder al wat aardige prestige plannen tot verbouwingkoorts. Van het oude havenkwartier vond ik niets meer terug. Volledig gesloopt om brede lanen en nieuwbouw toe te laten. Ook de brede stroom - de Turia – dat Valencia in twee delen sneed was omgeleid langs de zuidkant van de stad. In de drooggevallen bedding legde men een kilometers lang park aan (Jardines de Turia). De Valenciaanse bruggenbouwer Santiago Calatrava kreeg opdracht eroverheen een speciale in het oog springende brug te bouwen. Dit project viel zo goed mee dat hij ook maar zijn gang mocht gaan de rivierbedding vol te stuwen met spraakmakende gebouwen. Geld speelde geen rol. Het resultaat is Ciudad las Artes y las Ciencias (Kunst- en Wetenschapsstad: www.cac.es). Het is ongelooflijk wat die Spanjaarden hier voort elkaar hebben gebokst. Honderden miljoenen euro’s werden gepompt in de architecturale prestigeprojecten. We keken onze ogen uit onze kop. (www.turisvalencia.es. Voor de feestelijkheden en zeker de niet te missen de Fallas: www.lokalefestiviteiten.com, www.fallas.com).
Andalusia
Granada met zijn fameuze Alhambra reden we voorbij. Dit bezochten we al eens toen de Vlamingen aan de Belgische kust nog Frans spraken!
We doorkliefden de indrukwekkende nog besneeuwde bergketen van de Sierra Nevada met zijn grillige rotsformaties. Talrijke borden verwezen naar nationale parken en we schoven over de Puerto de la Mora (1.380 m) waar tal van opsleepwagen de overladen auto’s van Poldermarokkanen moesten wegslepen met verhitte radiatoren. Het eigenaardige dat ons is bijgebleven is dat Marokkanen ook hun matras meenemen naar het land van oorsprong. Slapen ze daar op de grond? Een in Nederland geregistreerde auto met caravan bleef ook aan de weg staan, wachtend tot er hulp kwam opdagen.
In de buurt van Benalde de Guadix passeerden we ook talrijke rotswoningen die bewoond bleken. Lekker fris in de zomer en warm in de winter. Maar hoe zit dat dan met de grondbelasting? Duizend vragen, weinig antwoorden.
Naar Portugal
Ons einddoel was eigenlijk de Portugese Algarve. We volgden nu de ‘Autovia de Mediterraneo’: A7, A92 naar Sevilla en de A49 die ons naar de grens zou leidden. Tweemaal werd er in de broeihitte op het terrein van een TIR- dito benzinestation overnacht.
Op de laatste truckerparking werden we gewekt door het gekwetter van duizenden spreeuwen. Ze hadden zich de avond voordien als een zwarte verenwolk massaal in de schaarse bomen laten neerstuiken.
De eentonigheid van de baan werd onderbroken door de uitgestrektheid van de olijfplantages in witte kalkgrond. Het enigste dat hier blijkbaar wortel schiet.
De doortocht in Sevilla verliep niet naar wens. Slecht aangeduide (of het gemis ervan) verkeersborden en de onhoffelijkheid van de Spaanse chauffeurs, die je nooit de kans geven van richting te laten veranderen, was oorzaak dat we een gedeelte van de Andalusische stad bezochten wat we niet wensten.
Romeria
Toch zouden we Spanje bijlange nog niet verlaten. We verlieten de hoofdbaan aan de wegaanduiding E1/A483. Deze weg bracht ons in het NP van Donana, een uitgestrekt natuurgebied ten zuiden van de Guadalquivir. De bedoeling van mij was hier Eliane met een speciaal bedevaartsoord te laten kennis maken. De straten zijn niet geplaveid maar bestaan enkel als origineel uit duinzand. In El Rocio wordt Ntra. Sra. del Rocoi de Pastora aangebeden (el oracion). De Romeria (de bedevaart) heeft steeds plaats op Pinksterzondag (voor 2010 is dit 23 mei), maar het feest wordt verspreidt over enkele dagen. Het trekt een massa volk.
Websites: www.donanavisitas.com, www.donana.es, www.incentivosdonana.net en www.donana.nature.com.
Costa de la Luz (lichtkust)
Nu dat we er tocht waren zochten we ons een verfrissend plekje uit aan de Golf van Cadiz, de Atlantische Oceaan. Het nationaal park aan zee zelf is begrensd door twee badplaatsen: Matalascanas ten zuidoosten en Mazagon noordwest. De lange ‘kustweg’ daartussen heeft weinig toegang tot het strand. De twee steden is niet te doen. In de zomer te druk. Wel ontwaarden we enkele richtingsborden naar campings en één parador. Maar ik wist beter. We reden voorbij de chemische- en raffinaderijen naar Huelva (www.turismohuelva.org) en sloegen daar terug de weg in naar zee (A497). Bestemming was nu Punta Umbria. Tot onze verassing bestond het klandizie hier overwegend uit Spanjaarden, weinig of geen andere nationaliteiten en geen Benidormse toestanden. We vonden plaats aan het uiterste punt aan het strand met zicht op de Ria van de rivieren Odiel en Tinto (zie hieronder).
Omdat we ons er direct thuis voelden - breed fijn zanderig strand, bloedmooie meisjes en stoere gebruinde jongens (kitesurfers) - besloten we ook hier maar vakantie te nemen. De frisse zeebries had wel eerlijk gezegd de doorslag gegeven. Voor Eliane de duizenden schelpen die wachtten om opgeraapt te worden!
Op 3 augustus in 1492 zag men van hieruit ook drie karvelen de zee inzeilden. Aan boord admiraal Cristobal Colon (Columbus), die op zoek ging naar een kortere weg naar Los Indios. Ook Cortes vertrok van hieruit, maar met minder vreedzame bedoelingen.
De goudkoorts van de conquistadores was oorzaak van de ongecontroleerde boskap voor de scheepsbouw, waardoor Spanje nu nog met de gevolgen zit opgescheept.
*******
Info voor zwerfautobezitters.
Op het uiterste punt van Punta Umbria is een harde roodzanderige parking (Paseo Maritimo de la Canaleta). Je betaald aan een ticketverkoper 1 euro (voor een goede sociaal doel (*) om er de ganse dag te mogen staan. Je staat er half in de duinen begrensd door de Ria (riviermond) met jachthavens en fijn breed zandstrand. Geen kwallen. Het strand is ingedeeld in een gedeelte voor kitesurfers en zwemmers. Er zijn kosteloos stranddouches en propere wc’s voorzien voor mindervalide badgasten (toiletmadam steeds aanwezig). Zwerfvuil op het strand en in de duinen word door gemeentewerklieden opgeruimd. Ook een strandkuismachine is ’s morgens aan het werk. De bakker komt tweemaal daags langs (10 en 20 uur). Supermarkt aan de toegang tot de badstad. Op het strand beachbars en -restaurants: Paëlla mix voor twee €9 elk, Paëlla marisco’s (schelpdieren) €10. Koffie, frisdrank en tapbier €1,50.
(*) Contribuya a una buena obra social: Pidalo Siempte.)
Algemeen
Spanje algemeen: www.spain.info, www.spaansverkeersbureau.nl.
Wist je dat in de Val d’Aran, zoals België met haar Duitstalige kantons, officieel drie talig is? Catalaans, Castilliaans (Spaans) en Aronees.
Motorhome in het Catalaans is autocaravane, in het Castilliaans: autocaravana en in het Catalaans-Engels: campervan.
© www.camperreiswegwijzer.com
woensdag 29 juli 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten