SANTIAGO
In Le Puy-en-Velay komen alle pelgrims vanuit Oost-Europa samen. Ze zijn van andere backpackers te onderscheiden aan een St. Jacobsschelp dat ze zichtbaar meedragen. Het zwelgt hier sterk aan met andere Europeanen waaronder de Fransen het leeuwenaandeel opeisen.
De weg loopt over de hoogten van het Massif Central naar de Pyreneeën, waar in St. Jean-Pied-de-Port twee andere hoofdwegen samenkomen, n.l vanuit Parijs-Tours en Vézelay voor de Noord-Europeanen, waarbij ook België en Nederland behoren. De Zuidoost-Europeanen waaronder de Balkan en de Italianen steken via de Arlesweg zo door de ‘Col du Somport’, de Pyreneeën over naar het Spaanse Oloron en Jaca.
De Grote Samenkomst wordt dan het Spaanse Puento de la Reina. Van hieruit begint de eigenlijke Camino Francès (de Franse weg), de boulevard der pelgrims (www.chemindecompostelle.co). Deze weg is tevens het ruggenmerg van de talrijke Spaanse camino’s die als ribben op de ruggraad aansluiten. Deze ‘ribbenaanwas’ groeit naarmate men het einddoel nadert. Ook vanuit Portugal sluiten zich pelgrimswegen aan.
Camino Francès
In 1999 deed ik al de ‘Camino Francès’ vanuit Saint-Jean-Pied-de-Port over de Pyreneeën naar Pamplona. De totale afstand naar Santiago was 750 kilometer. Tien jaar later wilden we het nogmaals overdoen. Nu vanuit Le Puy: nu is de totale afstand 1.600 kilometer.
Het eerste deel van deze Franse pelgrimsweg: ‘la Via Podiensis’, loopt (om er maar enkele te noemen): over Montbonnet, Saugues, St.Alban-sur-Limagriole, Nasbinals, Espalion, Estaing, Conques, Figeac en Cahors. We doorkruisten de departementen: Haute-Loire, Lozère, Aveyron en Lot.
In Floirac komen de Santiagowegen: ‘Via Bourbonnais – Auverne’ en de ‘Via Lemovicensis’ samen. In Cahors is het onze toer deze te vervoegen. In Ostaban, aan de voet van de Pyreneeën, komen Tours en Vezelay ons gezelschap houden. Dat zijn voorlopig zowat de voornaamste Franse routes. Voor we zover zijn zullen er nog veel kleinere aansluiten. En in Saint-Jean-Pied-de-Port wordt het een mengelmoes van niet alleen Europese nationaliteiten maar ook pelgrims van andere werelddelen tot Japanners toe.
(Saint-Jean is het laatste stopplaats waar je ook met de trein heen kunt.)
De geboorte van een pelgrimstocht
Het draait allemaal rond de figuur van Sint Jacob, een van de twaalf apostels. De Fransen hebben het over Saint Jacques le Majeur. Er liep ergens ook nog een Jacques le Mineur rond! De Spanjaarden noemen hem: San Tiango el Matamoros (later hier meer over).
Hij was de zoon van Zébédée en Salomè, broer van de evangelist Sint Jan. Zoals Jezus van geboorte uit Galilea en vermoordt op 44 jarige leeftijd, als martelaar in Jeruzalem.
Na de dood van zijn leermeester was hij naar Spanje getrokken om het evangelie te verkondigen. Hier wordt het verhaal niet heel duidelijk. Er zijn verschillende versies van in omloop. Maar ik moet wat schrijven dus doe ik mijn best!
De ontdekking van zijn graf
We zijn al in het jaar 813. Pélage, was een kluizenaar en het werd ook nog bevestigd door anderen, die beweerden onverklaarbare verschijnsels in de lucht waargenomen te hebben. De plaatselijke bisschop Théodomir werd op de hoogte gebracht en ook hij zag iets raars met sterren gebeuren. Van vliegende schotels was nog geen spraken en marsmannetjes lieten nog niet rond, moest het dus wel een teken van de hemel zijn. Zoals bij de geboorte van Jezus “toonde de sterren” ook een plaats aan waar iets gezocht moest worden. Men vond een marmeren sarcofaag met drie menselijke resten. De Theo had een droom. Het moest het graf van de apostel Jacob zijn. Zeker weten! De twee ander lichamen? Wel, van Athanase en Théodore, zijn twee discipelen die hem met een bootje vanuit het Heilige Land naar Padron brachten en later met de ossenwagen naar deze plek. Er kwam volk op af van zodra het wonder wereldkundig gemaakt werd. Men overnachte in tenten. Compostela betekend dan ook Sterrenkamp (Campus Stellae). Er werd een kapel gebouwd op de plaats waar in de oudheid al een oppidum en heiligdom was. Het kwam ter ore van koning Alphose II die zijn baas, Charlemagne, van deze belangrijke ontdekking op de hoogte bracht.
Le Puy-en-Velay
Het beloofd, we zijn al buiten adem als we de steile straatjes naar de kathedraal opklauteren. We zijn meteen gewaarschuwd. Deze Franse weg is niet voor doetjes. In het Kathedraal van de Zwarte Maagd is de elfurenmis in volle gang. We moeten wachten op het einde om in de sacristie onze ‘Créanciale’ te verkrijgen (€5). Deze is een ‘recommande’ (aanbeveling) uitgereikt door de bisschop en nodig om de nodige stempeltjes gedurende onze tocht te verwerven.
In de 18de eeuw moest men van de
parochiepastoor een certificaat meekrijgen
dat je wel degelijk gedoopt was en het door
de politie laten wettigen.
82 meter hoog, boven een vulkanische rots, staat de kapel van de heilige Michel d’Aiguilhe (www.rochersaintmichel.fr). Hij werd opgetrokken ter herinnering van de terugkeer van bisschop Godescale (of Gothescalk) van zijn pelgrimstocht naar Compostela in 951. Dat is dan zowat de officiële datum van het ontstaan van deze pelgrimstocht.
Startten doen de pelgrims officieel op Place du Plot (www.ot-lepuyenvelay.fr), en lopen zo de Rue St. Jacques uit richting Monistrat d’Allier. De bewegwijzerei is een wit-rode verfstreek op bomen, rotsen en zoek het zelf maar uit. De Via Podiensis – door de Unesco geklasseerd als wereld erfgoed en ‘Premier Itinéraire Culturel du Conseil de l’ Europe - is gelijklopend met de Grande Randonnée 65 (GR65). Daarvan bestaan boeken. Eerst hadden we de verkeerde koop gesloten. Een boek: ‘Miam Miam Dodo’ (Les Editions du Vieux Crayon) geeft wel plannen van de etappes maar geen reisbeschrijving. Wel overnachtingplaatsen welke naar onze portemonnee nogal prijzig zijn (*). Maar wij slapen en eten in onze zwerfwagen. Anders is het niet te doen. Franse pelgrims dat we spraken doen het met stukjes en beetjes. Per jaar naar keuze, verlof en de stand van de financiën, doen ze afstanden van 100 à 300 kilometer. De mogelijkheid bestaat om je reis volledig te laten organiseren. Dan wordt de bagage naar we volgende overnachtingplaats gebracht. Voor degene die hun auto niet kunnen missen rijden speciale taxi’s je terug naar de startplaats waar je uw auto kunt ophalen. Te gek! Alle formules zijn bespreekbaar. Zo kom je er tenslotte ook. Wij doen het op een andere manier. Gelovigen moeten de tocht ineens afhaspelen met al hun houden en hebben op de bult. Dat zijn de harden. Wij zijn de soffies en combineren. Enkele etappes en dan een break met sightseeing. Zo onderbroken we onze tocht de eerste maal in Nabinals om de Gorges de Tarn en Montpellier-le-Vieux te gaan rondneuzen. We sloten terug aan bij de kudde in Espalion. Eliane rijdt de wagen naar het volgende dorp, ik kom te voet achter. Geen probleem met het torsen van bagage, het zoeken naar onderdak en de koffie staat altijd bruin klaar. Ik Spanje had ik op onze vorige trip dan ook den naam van ‘Peregrino de luxe’ (luxepelgrim) verworven.
(*) Een betere uitgave lijkt me de driedelige TopGuides reeks van FFRandonée: Le Puy-Figeac, Figeac-Moissac en Moissac-Roncevaux).
Espalion
Espalion (www.tourisme-espalion.fr) is een typisch Frans zuiders dorpje met een Pont-Vieux (1.060). Deze heeft een scherpe top wat ze een ezelsrug noemen. Enkel toegankelijk om met een ezel met kar de Lotrivier over te steken. Auto’s bestonden toen nog niet en al zou je het riskeren met je wagen je zou er bovenop blijven balanceren met de wielen van de grond. Maar je bent geen ezel, dus neem je verstandig de nieuwe horizontale brug ernaast.
Wist je dat het duikerspak hier 200 kilometer van zee uitgevonden werd? Een zekere Rouquaroi ontwierp een luchtdicht pak met op de rug een fles met samengeperste lucht om de reddingsbrigade van de mijnen te plezieren bij hun werkzaamheden. Enkele jaren later kwam Denayrouze, een marine officier, op het lumineuze idee het te verbeteren om ook ermee in zee te plonzen. Jules Verne zou het later in zijn boek: ‘20.000 mijlen onder zee’ verwerken.
Estaing
We volgden nu de Lot richting Estaing. Een klein pittoresk plaatsje en altijd een resem foto’s waar van zijn hoog opgetrokken kasteel met kerk. Het toerisme bureau was gesloten (12-14h) en ik kreeg mijn stempeltje in de vlakbij gelegen auberge de pèlerin (www.nord-aveyron.com).
Conques
Het dorpje van deze stad heeft een fameuze abdij gewijd aan Sainte Foy (Agnes). Naast een erkenning van le Grands Sites de Midi-Pyrenées, staat het ook nog op de lijsten van ‘Les plus beaux villages de France’ en Unesco. Natuurlijk is het dan ook een verplichte stopplaats voor de pelgrims. We betalen 3€ (9-18h) op de parking. Alleen het waterpas staan is in dit berglandschap altijd een probleem (kwestie van niet uit ons bed te rollen). Het lukte (www.conques.fr).
De Abdij is een van de weinigen in haar originele staat dat niet door oorlogsgeweld werd aangetast. Alleen de Hugenoten waren evens langs geweest en hadden brand gesticht.
In het klooster is de schatkamer waar de relieken van de H. Pepin en de H. Foy in een gouden relikwiehouder bewaard worden (volwassen €6,50 entree).
Uniek en ook ongeschonden is de timpaan van de kerk. Het draagt nog de sporen van vroegere beschilderingen. Een witte pater gaf een gedetailleerde uitleg van de figuren die er op voorkomen. Een middeleeuwse bijbel voor ongeletterde. Voor een van deze afbeeldingen had hij een vrijwilliger nodig. Zijn keuzen viel op mij! Dat, omdat ik een baard heb. Het stelde de bisschop voor die een gekroonde man met baard, Charlemagne, bij de hand rondleidde. De pater nam mijn hand, als voorgesteld op het timpaan, en wandelde met me een rondje voor een publiek van oude vrouwtjes. Het oorverdovende rechtstaande applaus erna werd door mij in dank aanvaard.
De Bijbelse voorstellingen op het timpaan van het Laatste Oordeel zijn nogal angstaanjagend. De middeleeuwse mens moest op zijn bord angst aangeboden worden voor het hiernamaals. Godvruchtig leven was de boodschap. De pater wist zijn publiek ludiek te onderhouden. Zo wees hij de in steen afbeelding van een stroper aan dat gebonden aan een stok gedragen door twee gestroopte konijnen boven een vuur werd geroosterde.
Ook een bisschop met drie vrouwelijke gezelschapsdames, altijd nuttig om te assisteren bij het angelus en s’ nachts zijn voeten te warmen, wachtte een warmer onthaald in de hel.
Het vagevuur, daar had hij ook al een uitleg voor. Hij vroeg aan het publiek de hand op te steken wie gezondigd had. Niemand. Wie niet gezondigd had. Ook niemand. Twijfelgeval. Deze gingen volgens hem dan maar naar het vagevuur tot er klaarheid in de zaak kwam. De duivel is overal. Ook als je hem niet verwacht. “Kijk,” hij wees daarbij naar het nok van een huis “daar zit hij!” Iedereen draaide zich om en tuurde zich scheel. Niets te zien natuurlijk maar de pater was er wel vandoor met de sachosse van een vrouwtje. Niemand had er eg in gehad, zo snel had hij het gelapt.
Figeac
We bleven drie nachten in Conques, kwestie om ons wat op te integreren aan de religieuze wereld. Het vagevuur, weet je? Wat niet baat niet schaad! Je weet maar nooit waarvoor het goed is. Daarna verplaatsten we ons dan naar de volgende bestemming: Figeac (www.lot.fr, www.tourisme-figeac.com).
We waren nu ook al goed doorgedrongen bij de Franse Catalanen. De taal die hier in het vroeger Franse Zuidwesten gesproken werd was het occitaans. Een voorbeeldje: ‘une petite rue’ in het occitaans was ‘carrerot’, wat al meer op het Spaanse ‘carretera’ lijkt. We naderende de Pyreneeën.
Het kleine centrum van Figeac is typisch middeleeuws bewaard gebleven. Of toch zo onderhouden. Op het parkeerplein aan de kerk staat er een obelisk met Egyptische hiëroglyfen. Het stadje is voornamelijk bekend door de op 23 december 1790 hier geboren Jean François Champollion. Hij was het die het Egyptische schrift ontcijferde. Natuurlijk is er een museum aan gewijd. Op de binnenkoer ligt een vergrote kopij van de zwarte Rosetta steen (Ecritures du Monde) waarop, naast de Egyptische hiëroglyfen, een vertaling in het Grieks en Latijn staan uitgebeiteld.
Cajarc
In het plaatje Cajarc verlieten we even het pelgrimsparcours om de Gorge de Lot te verkennen. Her eerste gedacht was naar Rocamadour (www.rocamadour.com) te rijden maar uiteindelijk kozen we voor het dichter bijgelegen St.Cirq-Lapopie (www.saint-cirqlapopie.com). Rocamadour hadden we al in een vorige reis verkend, St.Cirq (op onze toeristische folder genoteerd als Frankrijk’s mooiste stad) nog niet. De kronkelweg erheen passeerden we een dorp waarvan de huizen gevaarlijk boven de klippen stonden te balanceren. De doortocht in het plaatsje Latoulzamie (D662) zijn de huizen half in de rotsmuur opgetrokken. Zo spaar je ook eens een muur en een half dak uit! St.Cirq viel ons wat tegen. Het stadje opgetrokken tegen de klippen was moeilijk toegankelijk, een stroom toeristen en parking €3, als er nog plaats was. We trokken de nodige foto’s en keerden terug op onze stappen naar de ‘Camino’. Nog 1.241 kilometer to go!
Cahors
Cahors beviel ons beter (www.tourisme-cahors.com, www.tourisme-lot.com). Het heeft als unicum een brug: de ‘Pont Valentré’ over de Lot met niet minder dan drie versterkte stadspoorten. In navolging van Brugge is er ook gedacht aan het toeristenbezoek. Zo is er aan de toegangsbrug ‘Les Chartreux’ (Pont Louis-Phillipe) tot de oude stad een speciale parkeerplaats voor motorhomes voorzien en sta je ook vrij aan de zwemkom (Ludo-Rollès). Vanuit beide plaatsen rijdt er om de tien minuten (gratis) ‘La Navette’, een shuttle-busje, heen en terug naar het centrum.
Parkeren in het centrum zelf kost €12/dag.
De legende van de Pont Valentré
Onder politieke druk en stress, omdat de bouw van de brug zo lang duurden (70 jaar), besloot de architect een pakt met de duivel af te sluiten. Hij verkocht zijn ziel voor een versnelde afbouw.
Op het ogenblik dat de brug af was en de laatste hoeksteen zou gelegd worden vroeg hij de duivel om water te halen voor zijn werkvolk. Dit met een zeef!
Omdat deze geen enkele druppel water kan aanbrengen gaf Satan toe dat hij gefaald had. Een duivel is een slechtte verliezer, daarom zijn ze tenslotte ook de hemel uitgegooid en, om zich te wreken rukte hij elke nacht de laatste hoeksteen van de middelste toren af. Zo kwam het dat de brug ook nooit afgewerkte was en werklieden, dag in dag uit, het euvel moesten herstellen wat ook al weer extra geld kostte.
In 1879, met restauratiewerken aan de brug kwam de nieuwe architect, die op de hoogte was waarom er iedere nacht een hoeksteen verdween, op het gedacht de duivel de duivel aan te doen. Hij liet een duivel op de steen sculpteren. Satan dacht dat er een andere duivel zijn werk had overgenomen en staakte zijn nachtelijke bezigheden. Eerlijk gezegd hij zag het ook niet meer zitten iedere nacht uit zijn warme kooi te moeten. En zo kwam het dat de hoeksteen s’ nachts nooit meer verdween en de brug als af kon beschouwd worden.
Condom
De volgende halten waren Montcuq www.tourisme-montcuq.com, Moissac - waar we op een parking niet ver van de abdij konden overnachten - en Lectoure.
Niet van grappen gevrijwaard is het plaatje Condom (www.tourisme-tenareze.com). De commerce draait er goed aan mee naar het aantal aanzichtkaarten in de uitstalrekken van de krantenwinkels te oordelen. We sturen enkele kaarten naar vrienden, voorstellende: een pelgrim goed voorzien van een lading Franse kapotjes, wat ze hier capot anglaise noemen!
Ik maakte hier in de sacristie van de kerk, waar we ons boekje lieten afstempenen, kennis met een ouder koppel uit Tours. Ook zij waren in Le Puy van start gegaan. Hij, Jean was sedert april op rust gesteld, zij, Françoise en huisvrouw verklap me “het was voor ons al een lange droom om deze pelgrimage eens te mogen doen in goede gezondheid, de Heer heeft onze verzuchting gehoord en zo staan we hier, goed, gezond en wel.” Ik vraag haar waarom ze dit doen. “Hij (Jean) uit sportieve prestatie, maar ik half sportief en half met religieuze overtuiging,” fluistert de vrouw met een knipoog terwijl Jean ongeïnteresseerd een andere kant opkeek.
Moslims moeten eenmaal in hun leven naar Mekka. Het is van moeten! Christenen hebben een scala van mogelijkheden en vrije keuze om op bedevaart te gaan: Rome, Lourdes, Scherpenheuvel en naar Santiago de Compostela.
Bij de moslims gebeurt het op een bepaalde periode van het jaar, de Hads. Christenen organiseren het gehele jaar door.
In Eauze (www.mairie-eauze.fr en www.eauze.eu) was er een veertiendaags zomerfeest aan de gang, genre Gentse Feesten. ‘La Feria’, bestaat uit muziek maar ook torero’s. De middenstad was afgesloten en na mijn boekje te laten afstempelen zochten we de volgende overnachtingplaats op: Nogaro, onder de kerktoren.
La Course Landaise
In het stierengevecht bestaan er de Corrida en Novillada, waarbij de stier gedood wordt door de matador. In de Camargue bestaat de Course Camarquese en hier de Course Landaise. In de Camarque moeten de moedigen een kokarde van tussen de horen der stier weten te bemachtigen. De Landaise is een oude traditie en meer een folklorist spel van acrobatie. Het beest wordt in bedwang gehouden door ‘les teneurs de cordes’ met een koord vast geknoopt aan de horens. Het werk van de ‘écarteur’ is de aandacht van de wilde koe (geen stier) af te leiden. De torero als de Spaanse collega doet allerhande ontwijkoefeningen maar dan wel zonder rode cape. De kunst is nu aan een andere, de ‘sauteurs’ met aan een sprong over de koe de nodige variaties te koppelen. De spectaculairste zijn de gevarieerde sprongen, buiteling en salta-mortales, enz. Het spel kent geen dodelijke afloop. Niet voor de springers en ook niet voor de koe.
Een Vlaamse pelgrim
Als we ontwaakten was het niet door het klokkengeluid maar wel door de hel die losgebarsten was. Het was al bliksemschichten, boos wolkengebrom en keiharde donderslagen wat de satansklok te bieden had. De regen gutste met bakken uit de hemel. Op zulke momenten maak je kennis met de eerste Vlaming op weg naar Compostela. Een kletsnatte Koen Hellemond stond aan de auto en vroeg om even te mogen schuilen. Het zag er uit dat het hemelgeweld voor de rest van de dag voor een verzopen aarde zou zorgen. We besloten de tocht door de bossen wegens bliksemgevaar af te lassen en de 23 km te overbruggen met de auto. Een loodzware rugzak werd door Koen in de leefruimte gehesen en Eliane stond haar plaats af en kroop ook achterin bij Sloeber.
Gedurende het rijden hadden we het natuurlijk het over de ‘Camino’. Koen had het moeilijk om een geschikt bed te vinden. Hij meet dan ook 1,90 meter en is meestal ‘smorgens niet al te best uitgeslapen. Ook liep hij met de Fransen niet te hoog op. Chauvinisten. In tegenstelling met de Spanjaarden leven de Fransen inderdaad niet hard mee met de pelgrimage, dat voornamelijk zich hier toch ook te lande voor een groot Europees deel afspeelt. De bewegwijzerei is de gekende wit-rode streep van de GR65. Het afstempelen gebeurt meestal in de ‘Offices du Tourisme’, die hier voor goddank een speciale stempel achter de hand houden. Maar de bureaus zijn maar open gedurende de werkuren (ook van 12-14h gesloten). Dit telt dan ook voor de winkels waardoor het soms moeilijk wordt aan drank en mondvoorraad te geraken.
In Aire sur l’Adour (www.aire-sur-adour.org) namen we afscheidt van Koen. We gingen vandaag toch niet verder en hadden al eerder besloten
in de voetsporen van d’Artagnan
te treden. Uit mantel en degenfilms is deze held van Alexandre Dumas in zijn roman gekend als een van de drie musketiers. Eliane had uitgedokterd dat deze Gascogniër hier ergens in de buurt zijn geboortehuis had. We zochten het op en reden naar het dorpje Lupiac. Geen standbeeld op het dorpsplein maar wel een interessant museum (€5 entree, www.lemondedeartagnan.fr en regio d’Aignan: www.aignan.org en www.cc-terresdarmagnac.com).
We leerden dat: de ‘echte’ d’Artagnan geboren werd als voluit Charles de Batz Castelmore d’Artagnan’ (1611). Hij stierf bij het beleg van Maastricht (1673). Hij was musketier onder Louis XIII (en niet onder Louis XIV zoals in het boek!) Omdat hij kind was van verarmde landedellieden (hij was de zevende van acht kinderen) en er in zijn boerendorp weinig te beleven viel trok hij, onder de naam Chevalier d’Artagnan naar Parijs en nam er dienst als militair.
Wist je hoe de plaatselijke geestelijke drank ‘Armagnac’ - la devine eau-de-vie - ontstaan is? De Arabieren hadden een distilleerprocedé uitgevonden om parfums te maken. De paters van Gascogne gebruikten de vondst in de 14de eeuw voor het distilleren van de geestelijke drank (enkel voor medicinale doeleinden wel te verstaan).
Het einde waar het allemaal begon
Op 6 juli 2009 stond ik, met een krop in de keel en tranen in de ogen, terug in het stokoude kerkje van de ‘Notre-Dame du-Bout-du-Pont’ in St.-Jean-Pied-de-Port. Van hieruit trok ik tien jaar geleden de brug over, waar in een nis van de stadspoort een in steen gehouwen homo sapiens met opgegeven lange stok mij uitgeleidde deed en, een aan de andere kant een Madonna met de kind op de arm, ook vanuit een nis, mistroostend nakeek. De lange stok dat de man mij showde was om niet te vergeten. Het zou bet kunnen dienen om wilde beesten en slangen van het lijf te houden.
Ik had net een interview van ene zekere Landsschoot, Nederlandse pelgrim die het goede voornemen had na Compostela de ganse weg terug te voet af te leggen naar het geteisterde Enschede van de vuurwerkramp. Of hij het gehaald heeft is me niet bekend.
Nu stond ik er weer. Eindpunt.
De zon kwam op en de wereld bestond weer voor één dag.
Wat dreef hen? Wat dreef mij om deze gekke,
loodzware pelgrimstocht te ondernemen?
Highligts in Frans Baskenland
De Baskische taal: Euskarra.
De grotten van Sare (www.grottesdesare.fr.
Saint-Jean-Pied-de-Port, (‘Donibane Garazi’ in het Baskisch, www.pyrenees-basques.com. E-mail: Saint.jean.pied.de.port@wanadoo.fr.)
Gorges de Kakuetta (vanuit Sainte Engrace, www.sainte-engrace.com.)
De l’Hopital-Saint-Blaise (Unesco) is een 12de eeuws kerkje, die herinnert aan de middeleeuwse pelgrimage naar Santiago. Het kerkje is een unieke voorbeeld van Moslim architecturale invloed in Frankrijk (www.hopital-saint-blaise.fr.)
Raadpleeg ook: www.sitesetmuseesenpaysbasque.com.
Wat betekenen de volgende woorden: corrida en novilada, toro de fuego, toro piscine, encierro, grand chistera, Tauromachie, course de vaches royale?
©WWW.camperreiswegwijzer.com
maandag 20 juli 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Hallo, zwervers,
BeantwoordenVerwijderenEindelijk nieuws van ons. We hadden en hebben nog een drukke periode. Wim is bij mij ingetrokken, wat voor heel wat werk zorgde. Ik heb de zona gehad en nadien heeft Wim aanvallen van duizeligheid gehad en huiduitslag. Na verschillende negatieve onderzoeken, die ook veel tijd in beslag nemen, vermoeden de dokters allergie voor bepaalde medicijnen die hij reeds 10 jaar neemt. Gevolg: veel verloren tijd en oververmoeidheid spelen parten. Maar het gaat al beter. Mijn kleindochter ziet af van de tocht naar Compostella. Als Wim beter wordt, gaan wij het misschien toch proberen. Afwachten... In ieder geval is jullie blog heel interessant en boeiend. Voor zo'n tocht moet je een beetje gek zijn. Ik ben wel een beetje jaloers. Veel moed en succes!
Groetjes, Rosane en Wim