maandag 13 juli 2009

12 Tourmalet

De Tourmalet
De Col du Tourmalet, vermaard en gevreesd door de renners van de Tour de France, ligt de top op 2.115 meter hoogte. Wij stonden hier al drie dagen hoog en droog voordat de Ronde 2009 hier zou voorbijrazen. We hadden geluk. Met onze zwerfauto stonden we 50 meter voor de streep waarover de coureurs, waaronder Armstrong, Contador, Cancelara en onze Tom Boonen ons zouden voorbij zwoegen. Toch had het maar een haartje geschild of deze eretribuneplaats was aan ons voorbijgegaan. Daarvoor hadden enkele flikken in Lourdes ongewild voor gezorgd.
Als het eindpunt van onze Franse ‘Camino’ naar Santiago de Compostela, dat we vanuit Le Puy-en-Velay begonnen waren, hadden we in Saint-Jean Pied-de-Pont (Pyrenneën) verlaten om het zuidwesten van de Franse Pyreneeën te verkennen. Enkele malen hadden we de zuidelijkste Santiagoweg vanuit Arles gekruist. Deze doet haar Pyrenese oversteek via de Col de Somport naar Spanje. We hadden het pelgrimskerkje van l’Hopital St.Blaise (Unesco, D25, www.hopital-saint-blaise.fr) bezocht en Oloron St. Marie, waarvan ook de kathedraal deel uitmaakt van het Unesco patrimonium.
na enkele uren oordeelde
enkele agenten dat dit niet kon
De bedoeling was geweest in Lourdes (www.lourdes-infotourism.com, www.lourdes-france.org) te overnachten en ’s anderdaags: fris, uitgeslapen en gezond naar de top van de Tourmalet te klimmen. We hadden onze zwerfauto geparkeerd aan het gerechtsgebouw maar na enkele uren oordeelde enkele agenten dat dit niet kon. Verboden te overnachten in zwerfwagens in Lourdes down town. Er is wel een speciale parking voor autobussen en motorhomes (€10/ 24 uur) maar wij verkozen verder te rijden. Lourdes hadden we bij vorige reizen al enkele malen aangedaan. We reden de D821 (een stuk autostrade) uit tot aan het einde, en overnachtte (gratis voor niks) op de ruime parking van het ‘Parc Animalier des Pyrénées’ (www.parc-animalier-pyrenees.com) in het plaatsje Angelès-Gazost.
Toen we op de top van de Tourmalet arriveerden was het al een en al drukte. De meeste ‘staanplaatsen’ waren al bezet door motorhomes. Een Oostendenaar stond er al enkele dagen. Dikke mistslierten ontnamen ons het zicht op het dal. Maar ook daar hadden wielertoeristen en -supporters er hun tenten opgeslagen. Wij vonden nog met hoerensjanse een plekje tussen twee grote motorhomes, vijftig meter van de top en de eindmeet op de Tourmalet. Weetje: deze witte streep staat niet op de top zelf maar tien meter verder bergafwaarts!
Om zes uur in de namiddag kwamen er een serieuze klink in de kabel. Een politieauto draaide de geïmproviseerde kampeerplaats op. Twee gendarmes stapten uit. De plaats moest ontruimd worden. Discussies ontstonden. Proces verbaal? Voor wat? Er was inderdaad niet aangegeven dat het verboden was hier te parkeren. Vergetelijkheid van de organisatie. Niemand verroerde, behalve de Oostendenaar die appels voor citroenen koos, bleef de massa onwillig zich maar ook een autoband te verplaatsen. Wij verstonden plotseling ook al geen Frans meer! Voor de berg af te dalen, terwijl de nevel zich met de minuut dichter aaneen plakte was ook geen doen. Een voorlopig compromis werd bereikt. Het plein, dat je als een onregelmatige ‘driehoek’ kunt beschouwen met een zijde aan de rijweg, moest vrij gehouden worden. Indien dit niet het geval was zou iedereen weg moeten. Ondertussen kwamen er zich nieuwe motorhomes in de schaarse plekken wringen. Ze werden door de omstanders tot nadere gedachten gebracht. Ruzies hing in de lucht. Het werd een onrustige nacht. Tot aan de dageraad zouden er zich kandidaten meldden om een plaatsje voor de bergfinish te veroveren. Ondanks het mondeling verbod van de ordehandhavers stond de parkeerverboden ‘driehoek’ barstens vol. Maar nog was geen verbodsignalisatie aangebracht. Niemand kon nog voor of achteruit. Enkele hadden al wat aardig blikschade opgelopen. Het bracht de gesprekken op vorige keren. Sterke verhalen kwamen naar boven. Enkelen konden o.a. vertellen dat er eens eentje vergeten had zijn rem op te trekken, de motor draaide en de eigenaar was uitgestapt om zijn motorhome op blokken te plaatsen. Het ding schoof achteruit en belande honderden meters diep verder de ravijn in.
De zon kwam op en de wereld
bestond weer eens voor één dag.
De zaterdag van 9 juli 2009 was de mist opgetrokken, de zon kwam op en de wereld bestond weer eens voor één dag. Een bakkerin met sqwads en een grote bak met brood achterop kwam de berg opgesnord. Ons stokbrood was hier dus ook verzekerd! Viva la France! Naast het geklingel van koebellen en kudden schapen kwam er ook nog een kudde Lama’s tussen de geparkeerde zwerfauto’s gewandeld. Waren wij verbaast de dieren te zien, de dieren waren even verbaast ons te zien.
Om halftien kwamen de gendarmes. Nu met versterking. Ze waren met zes. De zever begon opnieuw. Geen enkele Fransman, waar we ons bij aansloten, was zinnes een vierkante centimeter terrein prijs te geven. De chef van de brigade vloekte. “Als ik ze de straat opjaagt zullen ze zich langsheen de baan plaatsen met alle gevolgen van dien en zijn wij dan de verantwoordelijken,” siste hij me in het Engels toe. Besloten werd de auto’s zo dicht mogelijk langsheen twee zijden van de driehoek te laten plaatsen. De straatzijde moest vrij blijven. Het werd een hele klus waar ik het betreurde mijn camera niet bij de hand te hebben. Manoeuvreren met zo’n villa op wielen op los liggende keien en sterk hellend vlak is geen sinecure. De ‘driehoek’ is eigenlijk een stortplaats van de wegenwerken waar overtollig steenafval de ravijn in gestort werd en er zo een min of meer vlak terrein ontstond. Het lukte de motorhomes aan de kant te krijgen. Nu stonden we opeengepakt als sardines in een blik. Het midden van de ‘driehoek’ was vrij gemaakt naar de goesting van de gendarmes. Klein nadeel was dat nu niemand meer voor maandag het terrein zou kunnen verlaten. Het niet toegeven met behulp van een gebrekkige organisatie had het pleit in ons voordeel beslecht. In de namiddag kwam er een wagen met open laadbak de berg opgereden. Dranghekkens werden door werklieden afgeladen en geplaatst. Gele linten met de tekst: ‘Gendarmerie national – zone interdite’, er tussen geknoopt. Nu kon er ook officieel niemand meer bij.
De dag ging voorbij met kijken naar de duizenden cyclisten die puffend in het zweet de berg kwamen opgejakkerd. Na een korte rustpozen en een foto genomen te hebben aan de ‘zilveren fietser’ snorden ze terug de berg af langs de andere kant. En nog steeds kwamen ook slieten motorhomes de berg overgereden, zoekend naar een plaatsje. Maar die waren allemaal volzet. De vrij gemaakte gedeelte van de ‘driehoek’ deed nu dienst als petanque terrein. Als doekje tegen het bloeden: je kan ook de koers volgen van uit je’n luie zetel rechtstreeks op tv! Maar dat is duidelijk niet hetzelfde. Je mist de ambiance.
De berg leek ingenomen door
Hollanders met hun oranje gekte.
Terug werd het een slapeloze nacht. De dag brak aan en werklieden waren druk bezig extra dranghekkens te plaatsen. Technici installeerden het nodige voor tv., spandoeken werden opgehangen, het wegdek volgeklad met witte verf: slogans door supporters voor hun favoriete renners. De koorts zat er duidelijk in. Enkele auto’s hadden de dag voordien kwistig oranje T-shirts van ‘Euskaltel’ rondgestrooid. Het leek alsof de berg plots was ingenomen door Hollanders met hun oranjegekte.
De ganse nacht was er een sterke politiemacht op de been geweest. Was men bang voor aanslagen door de ETA? De meeste vlaggen die de Tourmalettop beheersten waren inderdaad de wit-rood-groene kruisvlaggen van de Basken.
Tegen tien uur kwamen brandweerwagens de ‘driehoek’ ingedraaid, gevolgd door vier politiewagens volgepropt met gendarmes. Nog kwamen duizenden cyclisten de berg opgepedalleert. Een twintigtal gendarmes vormden een barrière over de weg en hielden iedereen tegen. Voetje voor voetje kwamen ze naar beneden. Kuisten alles op wat ongewenst langsheen de weg stond. De troep cyclisten kon nu geen kant meer op. Verbazing, gevloek, frustratie en ontgoocheling. Ze zouden vandaag de top, tien meter verwijderd, niet bereiken. Omkeren? Daarvoor waren ze niet gekomen. Velen vluchten met fiets op de schouder de berghellingen op en zochten een bivakplaats voor de rest van de dag. Anderen zochten hun geluk een plaatsje te bemachtigen op de terugtocht. De gendarmebarrière stopte enkele meters voorbij ons. Ze vormden nu een carré zoals bij de slag van Waterloo zodat ook niemand meer de weg kon oversteken naar den andere kant. Het middelveld was mensvrij en dat bleef zo tot nadere order. Wat een geluk. Wij hadden onze zetels net daar geplaatst en waren de enigen van de naar schattig twee miljoen kijklustige langs het parcours die, met goedkeuring van de gendarmerie, de koers zouden zien voorbij snorren aan de meet zelf.
In de namiddag steeg de
supporterskoorts met de minuut
De gendarmes zouden tot nadat de laatste ronderenners de berg was overgereden blijven staan. Nog steeds reden nog honderden cyclisten zich te pletter tegen de gendarmebarrière. Sommigen vielen zo van uitputting zo van hun fiets en moesten terug op de been geholpen worden.
De koers was ietsje na drie uur voorzien. Het werd nu uitkijken naar de publiciteitskaravaan. In de namiddag steeg de supportkoorts met de minuut. En toen waren ze er. De gekte kon losbreken. Onze buit? 2 mutsen van Carrefour, 2 mutsen van Skoda, 1 oranje T-shirt van Euskantel, 1 oranje regenmantel van Euskantel en 1 enkele zakje met snoep.
wachtte tot ik een Belgische driekleur zag
en drukte af
De renners waren op tijd (15u14). Onder het gejoel van honderduizenden supporters kwamen er twee de berg opgereden en verdwenen aan de andere kant uit het zicht. Ik had enkel de tijd gehad om een foto te nemen. Een minuut later kwam met oorverdovende aanmoedigen er nog eentje naar boven. Niemand kon ons vertellen wie dat waren. Ik trok een groepje met de gele trui en wachtte tot ik een Belgische driekleur zag en drukte af. Tom Boonen was gekiekt, twintig minuten nadat de eersten al lang uit het zicht waren verdwenen.
Als de koers was afgelopen, tenminste voor ons toch, werd het een dolle aftocht van de berg. Wij en andere motorhome bezitters (die niet ’s anderdaags moesten werken) besloten voor alle veiligheid de volgende dag af te reizen. Ook de sergeant van de gendarmes was tevreden. De Basken hadden zich sportief gedragen!
Maar wie had er nu gewonnen. We zouden het pas te weten komen als we in het eerste dorp een krant kochten.
Tourmalet: Fédrigo Pierrick en Pellizotti Franco. Eindmeet in Tarbes: Fédrigo en Pellizotti (dezelfde dus van de Tourmalet). Gele trui: Rinaldo Nocentino.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten