woensdag 29 juli 2009

14 Pyreneeën

De Pyreneeën
Je leeft maar één keer en het is niet nodig de onnozelaar uit te hangen en te eindigen als een kamikaze, daar heeft niemand wat aan, was de les dat we leerden in Albanië (*).
Albanezen gaan in eerste versnelling in een rustig tempo een steile berghelling af. Als remolie gebruiken ze ‘Ecool’, een olie dat hoge temperaturen verdraagt. Voor de rest laten ze de zwaartekracht gratis haar werk doen.
Een dag later, nadat circus Tour de Franse over de top van de Tourmalet (1.115 m) was gezwoegd, deden we de lange bochtige afdaling ook op onze sokken. Voor sommige chauffeurs gaat het inderdaad nooit snel genoeg en schoten, waaronder grote motorhomes, ons met ware doodsverachting voorbij de berghelling af. Het skioord La Mongie daargelaten is het toch 16 kilometer scherp dalen tot aan het eerste teken van beschaving in Ste-Marie-de-Campan (850 m). Van daaraf kon het veiliger in tweede tot in het thermale badplaatsje Bagnères-de-Bigorre, waar we een zachte landing deden (www.bagneresdebigorre-lamongie.com). Toch nog altijd goed voor een hoogte van 550 meter. Voor we de stad bereikten hadden we de fameuze Grotten van Médous gepasseerd.
De legende van de Pyreneeën
Pyrène was de bloedmooie dochter van Bébrycius, koning van de Iberianen die op twee ruggen van de huidige Pyreneeën leefde. Het meisje werd aangebeden door Héraclès. Op een keer was hij gast ten huize van… en na een dronken bui verkrachte hij het arme kind.
Op het einde van haar dracht baarde Pyrène een monster: een hydra met zeven koppen. Ze durfde haar vader niet in vertrouwen te nemen en vluchtte de bergen in waar ze verslonden werd door wilde beesten.
Toen Héraclès dit vernam was hij troosteloos en berouwvol. Hij gaf de naam van haar aan de bergen. Daarna trok hij er op uit om het monster, dat hijzelf verwekt had, te doden.
Frankrijk viert feest
We vierden ‘Quatorze Juillet’, Frankrijk’s nationale feestdag, mee in Bagnères. ’s Morgens was er een officiële optocht naar het oorlogsmonument van ‘Nos enfants’ van 1914-18. Europa had toen de bloei van zijn jeugd glorieus laten afslachten in een zinloze oorlog. Door de sous prefect werd een stokoude veteraan gedecoreerd, bloemen aan het monument gelegd en als slot het liedje dat onze minister Leterme zo goed kon zingen, gespeeld door de plaatselijke fanfare. Geen toespraken. ’s Avond vuurwerk en bal populaire op de Place Coustous.
Val ‘Aran
We besloten af te reizen naar Spanje.
Verzadigd van het eeuwige gedraai in de haarspeldbochten besloten we de gemakkelijkere weg across the hill, van Montejeau naar Lleida, te nemen (D33, N125 dewelke aan de grens in Spanje N230 wordt). Daarvoor moet je wel door een lange tunnel dat geboord werd tussen de bergpieken van de Maladeta (Pico de Aneto van 3.408 m en aan de andere kant 2645 meter van de Tuc de Sarrahèra in het nationale Park van Aigüestortes).
In Vielha sloegen we de zijweg in (C28) naar het plaatsje Arties waar we ten anker gingen op camping ‘Era Yerla’ (www.aranweb.comp/yerla ).
De plundering
Hafweg de jaren ’30 van de vorige eeuw stonden er op de kade van Barcelona een partij kisten. Ze waren geadresseerd aan de krantentycoon Randolph Hearts. Zoals veel nieuw rijke Amerikanen was Hearts dol op oud Europese kunst. Romeinse zuilen, Grieks aardewerk en antieke renaissance meubelen werden door antiquairs opgekocht in het naoorlogs verarmde Europa. Alles bleek te koop voor harde dollars. De kisten in Barcelona bevatten de complete Romaanse kloostergang uit La Seu d’Urgell ingepakt in rieten matten. Alle stenen waren genummerd om terug opgezet te worden in zijn San Simeon Castle in San Francisco.
Toen kwam de Grote Depressie. Door financiële problemen moest Hearts de bouw van zijn sprookjespaleis stop zetten. De kloostergang bleef op de kade staan tot Franco aan de macht kwam. Voortaan werd verboden nog Spaanse patrimonium te versjacheren aan buitenlanders. De kloostergang kreeg terug haar oorspronkelijke plaats aan de kathedraal van La Seu d’Urgell.
Cadafalch
De rooftochten in de Vall d’Aran begonnen nadat Josep Puig i Cadafalch (1867-1956), architect en historicus uit Barcelona, in 1907 een wetenschappelijke expeditie leidde. Dit gebeurde voor rekening van het instituut ‘d’Estudis Catalan’. Met nog twee collega’s trokken ze er op uit tot het herontdekken van de Romaanse erfgoed. Gewapend met cameramateriaal werd te voet en met pakezels de bagage en tenten de bergen overtrokken naar de afgelegen bergdorpen. Hij fotografeerde de Romaanse kerkjes met hun kerkschatten, publiceerde het in illustrerende tijdschriften en maakte er zelf een boek over: L’arquitectura Romanica a Cataluya.
Wegen waren toe onbestaande en het was een waren expeditie geweest om het gebied, de Alta Ribagorça, te betreden. Nu zijn deze gebieden opengesteld voor het grote publiek. Zeker sinds de Spaanse Koninklijke familie het skioord Sankt Moritz verving voor eigen streek. Ze lieten er een chalet bouwen en de rest van de paleiskudde volgde.
Nu zijn er tunnels geboord door de rotsen. De langste zoals vermeld: tussen Vielha en Vilaller.


In Vall de Boï bezochten we zelf de Romaanse kerkjes waaronder het meest bekende van Boï: San Climent de Taüll (11de eeuw, evenals de andere kerkjes erkend door de Unesco sedert 30 november 2000 en enkel open om 11uur). Het is een nijdige haarspeldbochtige klim naar boven. Je vraag je toch af waarom die kerkjes altijd op zo’n onbereikbare plaats moesten staan!
Uiteraard kwam de erkenning veel te laat. Muurschilderingen (fresco’s) werden gedemonteerd. Kalle kerkmuren bleven over. Deze techniek noemt men ‘strappo’. Gelukkig worden nu de originele muurschilderingen (fresco’s) bewaard in het museum van Catalaanse kunst in Barcelona. Er zijn afdelingen speciaal aan deze Pyrenese Romaanse kerkjes gewijd, zodat je niet halsbrekende toeren moet gaan uithalen in de bergen. Ter plaatse zijn het kopieën. Voor de reumapatiënten onder ons is er op het einde van het dal een spa: Caldes de Boï. Twee hotels voorzien de patiënten met alles erop en eraan. Ze hebben hun ontstaan te danken aan plaatselijke warmwaterbronnen.
De tweede overnachting deden we niet in het peperdure kuuroord maar een eindje terug bergafwaarts tussen Barruera en Cardet aan de Riu la Noguera de Tor, een snelstromende bergrivier wat rest van een reusachtige gletsjer waardoor het dal ontstond door uitschuring.
Websites: www.catalunyaturismo.com. Romaans erfgoed: www.vallboi.com, www.aran.org. Natuur excursies: www.lapetjada.com, www.ajuntamentdetremp.com/terreta/
Nationaal Park van Aigüestortes (www.esenciapireneos.com, www.torismearan.org, www.mma.es/parques. Espot Visitors Centre: www.mma.es)
(*)© www.camperreiswegwijzer.com: Zwerven in de Balkan zie hoofdstuk over Albanië.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten