donderdag 24 februari 2011

Zwervensboek




Voor meer info over het boek opvragen via loeber2@hotmail.com

vrijdag 18 februari 2011

Rot weer, bestolen en staking

Ook hier had het duivelse slecht weer ons achtervolgd. Op de boulevard vond ik het niet raadzaam te overnachten. We verschoven ons naar een zijstraat. Best: de nachtstorm had op de strandparking wat bomen omgeblazen.
*
Omdat het ’s anderdaags zondag was besloten we onze strategie toe te passen. Heel vroeg de stad - hier Barcelona - binnenrijden omdat: het verkeer zo vroeg niet hectisch was, rustiger gelegenheid om naar parking gezocht kon worden en tresero er de zondag geen parking moet betaald worden. Zo konden we de ganse dag blijven staan zonder dat er een bon voor de voorruit geschoven werd.
Toch was het niet zo evident door de stad te rijden die we voor de eerste maal bezochten. We vonden na wat sukkelen en vele vragen pal aan de ‘Sagrada Familia’, in een zijstraat een vrije plaats.


Sagreda Familia -6894
*
Ondanks het vroege uur nodigden de lange stoet wachtende toeristen niet uit om in de regen mee aan te schuiven. We namen genoegen met een vluchtige buitenkantse aanschouwing. De totale afwerking van de kerk zou uiteindelijk in totaal 128 jaar bedragen. Nu was men bezig het dak af te werken. De paus werd op het tweede weekend van november verwacht om het gebedshuis in te zegenen. Ook een bezoek aan Santiago de Compostela stond op het programma www.barcelonaturisme.com.
*
Bestolen (deel twee)
We reden de stad uit en zochten de autovia (A19) op richting Girona op. Aan een Galp benzinestation sloegen we een slok diesel in en verzette ons vervolgens naar de parking. Er was een probleempje met onze binnenverlichting. Een smeltzekering moest worden vervangen. Het vereiste wat werk omdat de tweede batterij in de ‘living’ het kastje hinderden. Daarom moest deze eerst afgekoppeld en verschoven worden. De gereedschapkist stond achteraan. Ik opende de twee achterdeuren en sloeg aan het werk. Omdat de hond me hinderde bij m’n werkzaamheden vroeg ik Eliane met het dier een wandelingetje te maken. Haar tas lag nog op de zetel. Voor alle zekerheid werden de voordeuren gesloten. Je weet maar nooit!
*
We stonden erbij, keken er naar en …
Eliane riep me. Ik stapte uit. Er stond een man bij haar die wat wilde uitleggen. Ze stonden achteraan de auto bij de twee geopende deuren. De man legde me uit dat ik voor mijn spullen zo met open deuren moest opletten omdat er, hij wees daarbij naar een bosje weg van onze auto de andere richting uit, dat “daar een jongen huisde die in auto’s inbrak.” Vreemd, ik dankte de man maar vond dat we best zelf wel op onze spullen konden letten.
Pas één uur later miste Eliane haar tas. We reden van de weg af, parkeerden en keerden de auto ondersteboven. Het was duidelijk. De tas, een klein rugzakje met haar ganse inboedel was weg. Het meest dat we later zouden missen was een digitale camera met meer dan 600 foto’s van onze reis.
*
Reconstructie: Eliane had een auto gezien die zich achter ons parkeerde. Ze vond het raar en kwam met de hond naar onze camper toegelopen. Een man die uitgestapte sprak haar in het Spaans aan. Daarom riep mij. Ik was uitgestapt. De schuifdeur van de auto was blijven open staan toen de man ons afleidde met zijn praatje over zijn ‘ladron’ (dief). Volgens Eliane zat er in de auto, vermoedelijk een zilverkleurige sportwagen, merk Mercedes een tweede man. Deze moet toen we afgeleid werden door zijn kompaan uitgestapt zijn en via de open schuifdeur de tas over de voorste zetelrugleuningen heen hebben bemachtigd.
De vreemde auto reed weg. De inzittenden wuifden. We beantwoorden de afscheidgroet en ik dook terug de in ‘living’ en maakte m’n karwei af. We vervolgden onze weg.
Card Stop werd per mobieltje opgebeld. De bank- en Visa kredietkaart van Eliane geblokkeerd. Nu nog een politiepost vinden voor aangifte. Het was zondag. Een politieauto reed ons voorbij. Wij erachteraan, wild claxonnerend en werken met de koplichten. Deze wild omgekeerde politieachtervolging door de straten eindigde in een haventje. Twee geüniformeerden stapten verbaasd uit. “Qué?” “Bolsa de mi esposa esta robado!” De mannen keken er niet van op. Dagelijkse koek.
We werden verwezen naar het volgende dorp om aangifte te doen op het bureau. Parkeren is altijd een probleem maar het lukte. Het was een eindje lopen om te horen dat ze de zondag geen verhoren afnamen. Terug werd ik verwezen naar de volgende post waar wel iemand onze verklaring zou opnemen.
Dat bleek dan wel op een politiepost van de ‘mosos d’Esquadra’ die zich aan een rotonde achter een benzinestation had verstopt. Toch werden we hier niet direct bediend. Pas om zes uur. Siësta? Nee, aflossing van de wacht. Begrijpelijk. We wachtte geduldig.
De nacht viel in en noodgedwongen overnachtte we deze keer in Pineda de Mar.
*
Roses
De volgende overnachtingen zouden we in Roses doen www.roses.cat. Weerom zaten we twee nachten vast wegens storm en gutsende regens. Volgens de kranten de ergste sinds mensenheugenis (…). De geschiktste overnachtingplaats vonden we in de vissershaven. Het mocht niet! Toch stonden er al elf campers. Who’s care?
Naast het strand en haven heeft Roses een troef met een grote citadel, deze ‘ciutadella’ kreeg zijn funderingen al vanuit de Griekse- Romeinse en middeleeuwen mee. Ook herbergde het eens een middeleeuws klooster, nu ruïnes.


Roses: Zandkasteel - 692
*


Citadel Roses – 6918
*
De citadel kreeg haar huidige vorm toen koning Carles I het fort liet verbouwen en versterken. Dit deed hij omdat de baai zijn ganse oorlogsvloot beschutting bood tegen de zuid- en noorderstormen www.patrimonideroses.cat.
Tip: het schiereiland Roses en Cadaques, kan je best eens verkennen met het toeristische treintje www.trenrosesexpres.com.
We reden nu naar Frankrijk. Vooraleer de grens over te steken deden we nog een verplichte stop in La Jonquera. Daarom namen we niet de autovia maar de nationale baan NII. De in Frankrijk geregistreerde auto’s vielen meteen op. Goedkoop winkelparadijs en de restaurants zaten eivol. Eten al wat je kan, drank inbegrepen voor slechts 13 euro’s.
And just across the hill in het Franse Le Perthus was het een en al verkeerchaos. We geraakten er heelhuids door en zette nu onze schreden naar Perpignan, namen de afslag La Balou en kwamen uit in Argelès s/Mer. De camping aan het strand zat onder sop en achterom tekende zich de eerste sneeuw af op de toppen van de Pyreneeën.
We zouden nog twee overnachtingplaatsen aandoen (St.Cyprien achter de duinen en Port-la-Nouvelle op de zeedijk). De aanhoudende stormen met bijgepaste slagregens, koude en mist noodzaakten ons de stal terug te gaan opzoeken. Via de péages reden we huis toe.



Achter de duinen in St.Cyprien – 6949
*
We waren bijlange nog niet thuis en evenmin uit onze ellende! In Frankrijk brak een nationale staking uit tegen het verhogen van de pensioenleeftijd. De bevoorrading van de benzinestations liep spaak. Velen stonden weldra droog. Anderen gaven nog enkel liters mondjesmaat toe. Frankrijk lag weldra plat. Dat voelde je sterk aan het verkeer. Wie de baan niet op moest, bleef verstandig thuis. Boven de snelwegen brachten elektronische infoborden de chauffeurs op de hoogte waar nog wat brandstof (of niet) te bekomen was. Er vormde zich snel ketens wachtende auto’s. Er was spraken dat boze truckers de banen en grenzen met hun vrachtwagens zouden blokkeren.
Wij geraakten nog tijdig op onze laatste liters diesel het land uit. Maar ook België zou zijn rekening gepresenteerd krijgen met de najaarsregens, watersnood en een vroeg invallende winter met ook alle ellende van dien.
Hopende op beterschap wordt de volgende reis nu voorbereid: Polen, De Baltische Staten en Scandinavië. We houden je op de hoogte.
Erik, Eliane en Sloeber



Bueno Camino perigrinos

woensdag 16 februari 2011

De rias van Galicia

(We verontschuldigen ons voor het slechte kwaliteit van de foto’s. Dit komt omdat onze digitale fototoestel met meer dan 600 foto’s in Barcelona uit onze auto gestolen werd. Dat lees je dan in geuren en kleuren in onze volgende blog!)


*


De volgwagen rijdt door ik sla rechtsaf - 6637
*
Noia
We richtte nu onze aandacht op Cabo Fisterra. Daarom namen we de autovia richting Pontevedra en de aangeduide afslag naar Noia. Dit stadje ligt aan de Ria de Muros E Noia. De donderdagmorgen was het in de ‘Villa Historica’ markt. Gezellig maar moeilijk om te parkeren.
*
Tip: vijf minuten lopen van de Praza das Américas is er plaats zat op de parking van de voetbalplein. Noia beschikt over een van de mooiste Cruceros van Galicië (de kruisafneming van Eiroa). Bezoek ook eens in de gotische kerk van Santa Maria A Nova in het oude stadsdeel, het Museo das Laudas (oude grafsafsluitstenen). Het museum werd in 1973 geklasseerd als Historisch- en Kunstzinnige Site.
*
Langsheen de Rias naar de Kaap
De rijksweg AC550 loopt nagenoeg langsheen de kusten van de Ria de Muros en de Ria de Corcubion naar het einde van de wereld!
Na Muros en de vuurtoren van Punta Minarzo waren er enkele schaarse zijwegen die afdalen naar het strand. We namen de eerste de beste en landen op een verlaten fijn zandstrandje met rotskusten. Ik verzamel mij staaltje zand voor de collectie en Eliane dook tussen de stenen om haar verzameling zeldzame schelpen bijeen te harken (te bezichtigen Bibliotheek F. de Smet in Knokke-Heist, België).
*
Na Cee splitste de weg zich rechtsaf naar A Coruna. Linksaf reden we naar Finisterra www.finisterrae.com. De Kaap was dan nog een eindje doorzetten (13km). Aangekomen waren er drie aangeduide gratis plaatsen voor campers voorzien. Wij overnachten balancerende op het uiteinde van de wereld met een prachtig zicht op de oneindigheid van water en lucht. Velen toeristen komen hier dan ook om de zonsondergang te bewonderen.
Wij hadden geluk. Eens de zon ondergedoken in een vuurwerk van kleuren begon het terug water te gieten en stak er storm op. Ook al een niet te missen ervaring op het einde van de aardbol om heen en weer geslingerd te worden in een op hol geslagen bed boven een afgrond.
‘s Morgens ging ik op verkenning. De refugio was gesloten. Een stempeltje kon bekomen worden in de vuurtoren. Cerrado, gesloten. Ook de souvenirshops. Het werd voor velen wachten in de druilende regen en de niet aflatende windvlagen tot er wat bewoog! En dat was dan in de namiddag met de eerste toerbussen.
*


0-kilometerpaal Kaap Finesterre – 6836
*
Niet Santiago maar Kaap Finesterre is voor fanatieke perigrinos pas het einde van de pelgrimstocht, de zogenaamde Santiago-Muxia-Fisterra-camino www.concellomuxia.com. Een ander wandelpad erheen is de Senteiro/ruta/route R1 (Promontorum Neium).
De traditie is dat ze hier dan ook hun versleten wandelschoenen en overtollig wandelplunjes achterlaten. De ijzeren elektrische draadpalen aan de vuurtoren zijn er dan ook mee versierd als kerstbomen. Een kunstenaar had een paar bronzen bottines op een rotsblok gepind.


Eindpunt Cabo Fisterra – 6842
*
Mistig vuil miezerig weer
Wij besloten het voor gezien en reden terug naar Corcubion. Klein vissersplaatsje waar je kunt parkeren aan de zeedijk www.corcubion.info. Geen strand, een eindje verder zagen we het schelpvormige strand van Cee. Er was ruime parking. We zouden er twee nachten verblijven en de storm ‘afrijden’, zoals ze dat in scheepstermen zeggen. Er is een winkelcomplex met supermarkt, cinema en internetc@fe. Op zondag is er markt en om af te sluiten is er nog een Chinese goedkope spullenwinkel, waar je hetgeen vind dat je anders niet vind kunt vinden! Comprendes? www.finisterrae.com/concello/cee/httm.
De derde dag bleef de storm aanhouden. Het was mistig vuil miezerig weer. Omdat we er toch niet wilden wortel schieten besloten we toch maar naar A Coruna te rijden. De ‘dodenkust’ hadden we al meermaals verkend. Het weer liet niet toe om er nu van te genieten www.turismocostadamorte.com.
A Coruna
We volgden de AG55 tot aan de autovia A55 (péage €1,75 en €0,50). Gratis overnachtingplaats vonden we aan de door Unesco geklasseerde Herculesvuurtoren (Torre de Hercules). Er was tevens een toerismebureau, klein strandje in een spleet tussen de kaolmiet rotsklippen. Een antiek trammetje met rieten banken breng je naar het strand aan de baai van Enseada do Orzan of het Centro aan de haven (€2 de rit). We zouden het er drie nachten uitzingen www.turismocoruna.com.


Toeristisch trammetje - 6859
*


Praia da Lagoa met de kaolmiet rotsklippen en de Herculusvuurtoren – 6865
*
Rias Altas
We reden naar Ferrol en van daaruit naar de Rias Altas (AG116 en AC566). Deze kust (de hoogste van Europa naar het schijnt) beschikt over kleine verdoken strandjes dito knusse badplaatsen. Aan Punta de Frouxeira bezochten we o.a. Praias de Rio, -Outeiro (Lago) en Praia da Magdalena in Cedeira. In deze laatste sliepen we rustig aan de havendam (Porto).
*
Wilde paarden
We besloten zoveel mogelijk de kust te volgen naar het oosten. Het was een smalle baan door de Serra de Eixil tussen royaal in het rond gestrooide rotspartijen en bebost. Er leven paarden en koeien dat eenmaal per jaar in koralen gedreven worden voor te brandmerken, ‘rapa das Bestas’ genoemd.
Aan een draai in de weg was er een parking met picknickgelegenheid. We hadden een prachtig zicht op de kust. De tamme paarden kwamen ons een goede dag wensen in de hoop wat lekkers mee te verdienen. Beneden lag het vermaarde dorpje San Andrés de Teixido. Ook al een pelgrimsoord op de weg naar Santiago, de Camino del Norte.
De weg verder naar het oosten volgende, nu door de Serra da Capelada, werd de boomgrens bereikt en op kale rotsen na, was de attractie hier de troepen in het wild rondlopende paarden en koeien. Ze hadden als dagelijkse bezigheid het zoeken naar een hap gras tussen de stenen.
Op het einde van de weg sloegen we linksaf naar het haven van Carino. We zouden terug een kalme nachtrust vinden aan een paseo aan een strand. Een eindje verder doorrijden naar het noorden kwam je uit aan de vuurtoren van Cabo Ortega. Het rotweer had ons terug ontdekt en we zagen af nogmaals eens grondig dooreen geschud te worden. Finisterre was al voldoende geweest met beladen sensatie.
Omdat het weer tegenzat, volgens de plaatselijke krant was er al 200- tot zelfs 300 mm regen gevallen, werd besloten van de Noordelijke Atlantische kustweg naar Frankrijk af te zien. Schuin rechtdoor Spanje zouden we nu naar Barcelona toe rijden. Volgens de geraadpleegde krant was het weer er prachtig.
We overnachtte terug aan het kathedraal van Astorga (voor een onmisbare kop chocolade) en volgden terug de Camino, nu als Francisco in tegengestelde richting naar Léon, Burgos, Santo Domingo de la Calzada (met zijn kippenren in de kathedraal verwijzend naar een legende) en Rioja wijnstad Logrono. Daarna werd de richting naar Zaragoza ingeslagen. Uiteindelijk kwamen we via de A2, A7 afrit 31 en C31 aan de Middellandse Zee in Casteldefels aan het strand terecht.

De laatste pelgrimstocht

*

Het zwaard van Matamoros (de Morendoder of St. Jacob) - DSCN 6571
Terug naar Santiago
*
Na mijn Canadareis (zie ook camperreisincanada baeyens) was het tijd om mijn laatste etappes van de ‘Camino Francés’ af te stappen naar het einddoel (zie ook ons boek: ‘Zwerven in Zuidwest-Europa en de wegen naar Santiago de Compostela door Frankrijk, Spanje en Portugal’).
Omdat het weer niet mee werkte zouden we maar meteen doorstoten naar het zuiden. Dat wil zeggen Parijs, Bordeaux, Irun (San Sebastian), Burgos en Léon naar Astorga. Vanuit Burgos zouden we de ‘Camino’ door de meseta (vlakke hoogvlakte nu per auto) volgen tot aan Portomarin, waar we in 2009 waren gestopt.
We waren vanuit Knokke ’s avonds laat vertrokken om in Parijs de ‘Periferique’ te nemen als de lichtstad nog in haar diepe slaap gedompeld lag. Van daar uit de A10 en in een ruk doorstomen naar Bordeaux en de Frans-Spaanse grens. In Parijs liep het al mis toen de A1 plots eindigde wegens wegeniswerken en we door de verwarrende ‘Omleggingen- richtingaanwijzers’ de Ring miste. We hebben dan maar half nachtelijk Parijs doorkruist om terug op de goede spoor te komen.
*
Bestolen
Buiten Bordeaux langsheen de A63, op een parking van een benzinestation in de bosrijke Landes, hadden we prijs. Inbraak terwijl we sliepen. Vermoedelijk hadden de dieven een slaapgas in de wagen gespoten. Eliane sprak later van een dennengeur ondanks dat we in een eikenbos stonden. Niemand van ons - ook onze hond niet - was wakker geschoten toen de dieven rustig in onze slaapruimte zochten en, vonden wat ze nodig hadden: mijn portefeuille en de handtas van Eliane, notabene in bed onder haar slaapzak verstopt. Het geld was foetsie. De portefeuille achtergelaten in de auto. De handtas van Eliane netjes opgehangen aan de achteruitkijkspiegel. Alle papieren, I.K., autorijbewijs, bankkaarten, enz. bleken intact. Alle geld netjes eruit geplukt. Professioneel vakwerk!
*
Een legende?
In 1999 had ik de ‘Camino’ al eens vanuit het Franse Pyreneeën stadje St. Jean du Port gelopen. Een heilig jaar. Nu was 2010 ook een heilig jaar en het volgende is pas in 1023. ‘Heilig jaar’ betekend als de feest- of naamdag, zijnde 25 juli van de apostel San Tiago (St. Jacques of H. Jacobus), op een zondag valt.
De legende vertelt dat na de marteldood van de apostel, in 44 na Christus te Jeruzalem, zijn lichaam in een kist van cederhout werd gelegd die in een bootje werd geladen. Door engelen geleid dreef het bootje over de Middellandse Zee, voer door de Straat van Gibraltar en strandde in een riviermonding van Galicië. Daar werd het lichaam door leerlingen begraven.
Eeuwen gingen voorbij. Het graf bleef in de mist der tijden onbekend, tot omstreeks 825 een ster boven deze plek verscheen. Toen ontdekte een bisschop het graf en de verering was een feit.
*
Chocolade
Tot nu toe hadden we de grote banen genomen. Vanuit Astorga namen we de kleinere wegen die ook door de ‘peregrinos’ (pelgrims) te voet, per fiets of te paard werden genomen. In Astorga is er naast de kathedraal het eigenaardige Palacio Episcopal, ontworpen door de briljante modernist architect Antoni Gaudi Cornet (1852-1924), waarin ook het ‘Museo de los Caminos’ is ondergebracht, het bezoeken waard. Er is meer: zoetigheden. Astorga is de hoofdstad van de chocolade. Talrijke winkels in het centrum puilen er dan ook van uit. Het doet denken aan de pralinestad Brugge. Bezoek het unieke museum in Spanje van de meer dan 200 jaar van de cacaozoetigheid (www.museochocolateastorga.com). Drink ook eens een kopje chocolaté in een van de talrijke cafés. Wedden dat je daarna hals over kop terugkomt voor een extra toertje Santiago?
*

Astorga: het Palacio Episcopal van Gaudi - DSCN 6341
*
Info: www.turismocastillayleon.com, E-mail: caminoastorga@mixmail.com
Cruz de Ferro
*
Vanuit Astorga slingerde de smalle LE-142 zich een weg doorheen de ‘Montes de Leon’ met toppen van meer dan 1.500 meters. Op de top van een van de bergen: het ‘Cruz de Ferro’ (*) (IJzeren kruis van Foncebadon, 1.439 m), laten de pelgrims een steentje achter. Dat er met de jaren veel “Juan was hier”- graffitimateriaal werd verzameld bewees het opgekuiste kerkje dat ermee in 2007 werd opgesmukt. Op vele stenen staan de namen van de bezoekers aan de stenenhoop gegrift.
*


Crus de Ferro - DSCN 6373
*

El Acebo, een pittoreske bergdopje met zijn nauwe hoofdstraat en de uitstekende balkons, had wat hoofdbrekens om er met de camper doorheen te suizen. De lange afdaling over de baan naar Ponferrada was duizelingwekkend. De stad had haar naam (ijzeren brug) te danken aan de toenmalige ijzermijnen. De ophaalbrug van de toenmalige Tempelierburcht (Castillo de los Templarios) was van ijzer, wat in die tijd een kostbare grap was omdat deze bouwsels meestal uit goedkopere hout waren vervaardigd.
We volgden nu de wegen N-VI en LE-173 naar O Cebreiro (1.300 m), waar de kelk of het heilige graal bewaard wordt. Onze favoriete trekpleister. Op een heuvel aan het Keltische dorp (met zijn in haar oorsprong bewaarde pallazas) is er een picknick zone met tien stenen tafels en dito stenen banken. Van daaruit hadden we een wijds uitzicht over de bergen van Galicië. We bleven er twee nachten ‘logeren’.
Volgens de overlevering werd het Heilig graal hier ontdekt doordat een pelgrim in de mist hopeloos verloren liep. Toen hij een herder op zijn doedelzak het lied ‘alala’ hoorde spelen stevende hij op het geluid af en zou zo de beker, waaruit volgens de overlevering Jezus eens een slok dronk, hebben gevonden. Het wordt nu bewaard in het kerkje Santa Maria la Real (XI eeuw). Op 8 en 9 september is er een ‘romeria’ (bedevaart) dat door duizenden gelovigen en pelgrims bijgewoond wordt. Ook de wekelijkse zondagmissen wordt steeds druk bezocht.
*
De laatste pelgrimstocht
In Portomarin maakte ik me klaar om de laatste 90 km af te leggen. We hadden de nacht doorgebracht aan de muur van een uit de kluiten gewassen kolossale dorpskerk. Op de kerkmuren waren de nummers nog goed zichtbaar toen men het ontmantelde om het hogerop te herbouwen, zodat de gelovigen met droge voeten de mis konden bijwonen. Afstempeling in mijn ‘Créanciale’ gebeurde ook in de kerk. Dit boekje heb je in Santiago nodig als bewijs voor de ‘Compostela’ - een in het Latijn opgesteld 14de traditioneel eeuws certificaat - dat je wel degelijk de pelgrimsweg naar Sancti Jacobi hebt afgehaspeld, en wel te voet, met de fiets of te paard. Minimum 150 kilometer. Andere verplaatsingsmogelijkheden zijn uit de boze.
Het stuwmeer, Embalse de Balesar, herbergde nog de funderingen van het oude plaatsje. Het water stond laag en nadat ik over een ijzeren voetbruggetje de stad was uitgewandeld begon voor mij al de eerste lijdensweg. Een bosweg sliep steil omhoog waar geen eind aan scheen te komen. Het werd happen naar lucht. Het pad liep dan ook langsheen de noordrand van de Monte San Antonio. Een Aziaat torste op zijn bult een VVT mee. Rijden was ook voor hem onmogelijk. Het was verbazend hoeveel wielertoeristen tegenwoordig gebruik maakte van de wandelpaden. De gevaarlijke rijkswegen worden vermoedelijk verwisseld voor de goed onderhouden en gemarkeerde landelijke ‘caminos’. In dit deel van de wereld toch. De mountainbikes van tegenwoordig zijn dan ook geschikt voor ruw terrein. Toch werd er door de peregrinos geklaagd over het onverantwoordelijk gedrag van sommige fietsers. Ze stoven al eens doorheen de voeters als veldcoureurs waardoor ze als opgeschrikte mussen opzij moesten springen.
*
Aymeric Picaud
In Ventas de Naron sloot ik mijn eerste etappe af. Ventas is een boerengat waar de tijd stil is blijven staan. De enigsten die hier wat verloren hadden waren de nooit aflatende stroom peregrinos. Ik had maar 13 kilometer afgelegd op ruw berg terrein. Mijn eerste (her)kennismaking met de Camino. We hadden besloten het rustig aan te doen. We kenden onze uitersten. Ik was ondertussen ook ongemerkt elf jaartjes ouder geworden. Waar is de tijd? Aankomen was nu de voornaamste opdracht. En Ventas de Naron stond al bekend als ‘Sala Regina’, stopplaats tussen Portomarin en Palas de Rei in Aymeric Picaud’s historische ‘Pelgrim’s Gids’. Picaud was een 12de eeuwse Franse geleerde, monnik en pelgrim uit Parthenay-le-Vieux in Pointou. Hij stond wereldwijd bekend als de auteur van de Codex Calixtinus, een voorlichtende manuscript die achtergrond informatie verschaftte over de pelgrimsweg naar Santiago. De oudst bekende toeristische gids hierover.
We overnachtte tussen de schapen aan de albergue ‘O Cruceiro’, aan mijlpaal 77. Voor de volgwagen was het vinden van een geschikte parkingplaats niet zo voor de hand liggende. Ook al niet omdat de auto (zoveel mogelijk als het kon) toch wat waterpas moet staan om niet uit ons bed te rollen.
*
Mobieltje
De volgende bestemming was nu Palas de Rei. De weg erheen was een smalle veldweg. Voor Eliane met haar volgwagen, een bange opgave om maar niet met zwaar tegenliggers geconfronteerd te worden. Het landschap was iets klimvriendelijke en liep door een elftal boerendorpjes met hun typische Galiciaanse ‘Horreos’ (maïsschuren). Pas op het einde van de weg kwamen we terug op een hoofdbaan (N547). Afspraak deze maal was aan de Ayuntamiento (stadhuis). Dit jaar was het ook de eerste maal dat we van een mobieltje gebruik maakten. Zo konden we telefonisch met elkaar in contact blijven en de volgende afspraak op het Santiago-parcours beter afspreken. In het verleden liep dat al eens spaak. Zo spraken we eens af om in een dorpje elkaar aan de kerk te ontmoeten. Wat we niets wisten was dat er twee kerken waren. Eliane wachtte geduldig aan de ene- ik ongeduldig aan de andere kerk!
*

El Camino in Galicië
*

Galicië met Horreo (maisschuur) - DSCN 6583
*

Gewonde Antwerpse perigrina
De dertig kilometer afstand naar Arzua zouden we ook in twee etappes afwerken. Voor de volgwagen was deze afstand best te volgen over de C547. Een bevoorradingspost kon voorzien worden halfweg bij Coto. Het parcours was best gezellig doorheen de eiken- en eucalyptusbossen. Afgesproken was Melide. Eliane bracht een gewonde Antwerpse vrouw aan die gevallen was met ernstige schaaf- en snijwonden. Na aflevering in de controlepost in de plaatselijke hoofdkerk vonden we geen geschikte overnachtingplaats. We reden enkele kilometers terug op onze schreden naar Furelos, waar ik in een weide bij mijn doortocht enkele campers had waargenomen. Het betrof Engelse volgwagens van wielertoeristen naar Santiago. Behalve de chauffeurs sliepen de anderen in een plaatselijke refugio.
Na Arzua liep ik tot het plaatsje Salceda. Hier liep het pad een eindje mee met de N547. Er was een baancafé met truckerparking, de mogelijkheid voor ons om te ovenachten. Omdat het ’s anderdaags zondag was besloten we onze tocht te onderbreken om Santiago een bezoek te brengen en de mogelijkheid om er met de volgwagen in het centrum te overnachten. Niet een niet zo van zelfsprekende opgave! Bovengrondse parking in het historische stadsgedeelte is eerder zeldzaam.
Parque Naural Granxa do Xesto, is een aantrekkelijk stadspark en een van de grootste in Santiago, en zeer in trek. Na een tijd wordt ook hier door de grote volkstoeloop parking zeldzaam. Proefondervindelijk wisten we dat als de dagjesmensen bij valavond zich huistoe het ook tijd was voor ons. Aan de kruispunt van de Calle Galega en het voetbalplein ‘Complejo Deportivo Santa Isabel’ was er een kleine parking. Vroeger stond daar rechtover het ziekenhuis ‘Hospital General de Galicia’, waar ik in 1999 eens werd opgenomen op spoed met een maagbloeding. Nu gesloopt! Eliane bivakkeerde er toen op deze parking. De betaalvrije parking bestond nu nog maar je moet er met wat hoerensjanse vroeg bijzijn om een plaatsje vrij te bemachtigen (niet geschikt voor campers meer dan 6 meters lengte. Wel zijn er ondergrondse parking voor personenwagens).
Naar de Plaza del Obradoire, de voornaamste plein aan de kathedraal en stadhuis, kom je door de Calle de Enterrios (achter het gesloopte ziekenhuis), Cuesta de San Francisco en de Calle de San Francisco. Steil opklimmende straatjes, een tiental minuten lopen.
Het jaar ervoor hadden we het al eens verkend. Ook deze maal reden we terug naar het park ‘Granxa do Xesto’ en zakten ’s avonds af met succes. We bleven er drie nachten.
*
De laatste loodjes
De laatste afstand vanaf Salceda naar Santiago was het in de bergen mistig weer. Omdat de Camino regelmatig de C547 kruiste werd het een makkie voor Eliane te volgen maar na Amenal was de pret uit. Stadsuitbreiding en moderne autosnelwegen snijden het parcours. Het werd voor Eliane creatief werken om via Lavacolla (de Aeropuerto), Villamaior en langsheen twee TV-stations naar San Marcos de weg te vinden naar de Monte del Gazo.
Hier liep ik ook de raarste kwast van de Camino tegen het lijf. Zijn naam is Francisco, Portugees en lange afstandstapper. Hij vertrok van de Atlantische oceaan door Spanje en Frankrijk naar het verre Rome, bezocht het Vaticaan en keerde zijn kar naar Frankrijk langsheen de Middellandse zeekusten. Bezocht Monaco en richtte zijn schreden dan noordwaarts naar Le Puy en Velay. Van daaruit volgde hij de Camino tot aan de Pyreneeën, liep een toertje kaarsjesprocessie mee in Lourdes en stapte dan naar Irun. Vandaar volgde hij de Spaanse noordkusten tot Kaap Finisterra. Het volgende doelwit was Santiago en van daaruit liep hij de Camino Francés in tegendraads richting. Dat is eigenlijk juist. Compostela is het einddoel maar je moet ook terug thuis geraken. In de middeleeuwen moesten boetelingen die de weg als pelgrim moesten doen terug thuis geraken. En dat was ook al een hele toer het blokje rondlopen. Als ze het bewijs van volbrachte straf niet kond voorleggen - de compostela , het document dat je bij aankomst in Santiago krijgt - volgde de doodstraf.
*


De Portugese peregrino Francesco - DSCN 6767
*
Toen ik nog een goede honderd meter van de volgwagen was begon het te regen. Ik zette de sprint in en was net op tijd toen de engelen de hemelsluizen openwierpen. Het stortregende en het bleef zo de ganse nacht en de volgende dag was het al niet veel beter. Besloten werd de laats de 5 km van de pelgrimstocht verder in de diepvrieskast op te bergen.




El Camino in Galicië met hindernissen - DSCN 6578




Moe maar gelukkig aangekomen op de ‘ Plaza del Obradoire’ , het kathedraalplein - DSCN 6683





De bosrijke Camino in Galicië - DSCN 6573



Plaza del Obradoire’ - DSCN 6682
*
Info
Vlaanderen is geen witte vlek meer op de Europese kaart van de pelgrimswegen. Het Vlaams genootschap van Santiago de Compostela ontwikkelde vier noord-zuid-routes, dwars door het land. Ze sluiten aan op de pelgrimswegen of grote routepaden over de grens. Vlaams genootschap van Santiago de Compostela. Varkensstraat 6, 2800 Mechelen. www.campostelagenoodschap.be.
Lectuur: Voor de Camino Francés doorheen Spanje gebruikten wij de vijfde Engelstalige editie A Practical Guide for Pelgrims van Millan Bravo Lozano. Uitgegeven door Edition Everest 1998 – ISBN 84-241-3833-3 en de Franse uitgave: Le Chemin de Saint-Jacques en Espagne van Jean-Yves Grégoire – Louis Laborde-Balen. Randon editions, ISBN 978-2-84182-345-1.
Twee Interessante kleine zakboekjes met plan en overnachtingplaatsen zijn: ‘Pelgrim’s Guide’ (Guide du Pèlerin), een uitgave van de Junta de Castilla y Léon BU-532-2003 en ‘Calle Mayor de Europa’. www.turismocastillayleon.com, www.caminosantiagoburgos.com, www.biblitecajacobea.org.
Europese Genootschappen
Association des Amis de St Jacques de Compostele (Franstalige Belgische genootschap)
Het Nederlandse Genootschap van Sint-Jacob
Confraternity of Saint-James (GB)
Federancion Espanola de Asociaciones de amigos de los Caminos a Santiago
Association des Amis de Saint-Jacques et d’Etudes compostellanes de la Voie de Vézelay
Association des Amis des Chemins de Compostelle du Nord

Voetnoten
(*) Cruz de Ferro: Voor veiligheidsredenen werd het originele kruis vervangen door een replica (1976). Het originele bevindt zich in het Museo de los Caminos in Astorga.


Nooit vertrekken we voor tien uur s’ morgens. Hiermee willen we niet met onze aanwezigheid de kilometers lange files extra vergroten!








woensdag 26 januari 2011

Boek

Deze blogs werd verbeterd, bijgewerkt en te boek gesteld. Het kan aangeschaft worden.

Info: www.loeber2@hotmail.com