20. Rota da Luz
Waar waren we ook alweer gebleven? Beira Litoral!
“The golden sands carry an iodine fragrance, a sea perfume that makes us dream…,” begint een Engelstalige toeristische folder. Ik kreeg het door een vriendelijke dame in de Posto de Turismo over Vagueiro toegestopt. Onweerstaanbaar, wij er heen.
Het gaat hier over het Portugese landsgedeelte rondom de stad Aveiro en zij gelijknamige Ria (www.turismodocentro.pt). De folder beloofde ons een hemel op aarde maar als we er toekwamen stond er een vliegende storm op de oceaan. De woest kolkende zee beukte zijn golven te pletter tegen de zeedijk. Het natte strand was dan ook op enkele vermetele na verlaten. De ranke vissersboten vaarden niet uit om hun ‘arte de Xavega’-visvangst te bedrijven. In de overdekte vismarkt wist een verkoopster in perfect Duits ons te vertellen dat: “das Meer ist ganz böse” was!” Amalia Da Silva had 17 jaar in Duitsland gewoond en was al 25 jaar terug in haar geboorteland. Ze werd dan ook onze dagelijkse visleverancier met kennis van zaken. Behalve sardine’s (sardinhas), zalm (salmao) en een zeldzame tentoongestelde rog (raia) waren de andere vissoorten ons onbekend. We testen pescado (€5/kg) en dourado (riviervis, €3/kg) uit. Bacalhau is stokvis en wordt ingevoerd. Makreel noemt hier cavala. Lulas en calamares zijn inktvisjes.
Wij hadden een plaats veroverd op de zeedijk en zijn getuige van een enig spektakel van de kracht der oceaan. Wat de bedwelmende parfum betreft die ons doet dromen? In geen tel waren onze ruiten bedekt met een dikke laag stof en zeezout. Toch bleven we er koppig drie dagen. ’s Nachts ‘droomden’ we op een aanliggende parking achter de duinen. Wel verboden voor motorhomes maar aardig volzet met deze reismobiles, allen Portugezen. De gemeente hanteert hier verstandig het gedoogbeleid! De dag keerde we terug naar de zeedijk. Deze dijk is maar een halve kilometer lang. Hij is dan ook zo volzet met auto’s van dagjestoeristen. Vroeg erbij zijn is dan ook de boodschap.
Aan een Portugees vragen of hij Spaans spreekt, is vragen aan een Schot of hij een Engelsman is. Portugees leunt dichter aan tegen het Frans dan Spaans. Als je beide landstalen kent is Portugees lezen best begrijpelijk. Spreken is een ander paar mouwen. Wij slagen er maar niet in deze keelklanken naar voren uit te stoten. Gelukkig schoten we met Engels en Frans al een heel eind op.
Aveiro
We werden wakker in Praia de Costa Nova op de speciale parking voor autocaravanas (*1). Deze is gelegen aan de twee kerken van Capelas da Sra. da Saude achter de duinen.
Van hieruit reden we naar Vista Alegre, waar een oude porseleinfabriek is (*2) en bezochten het gloednieuwe maritieme museum van de streek in Ilhavo. Zo kwamen we meer te weten over de boten van de Ria (www.museumaritimo.cm-ilhavo.pt).
Bateira de bicas ou chincha is een vissersboot. Barco moliceiro is een slag groter en dient om zeewier op te vissen (nu ook voor rondvaarten met passagiers op het stadskanaal van Aveiro). Bateira enviera da Canelas werd gebruikt uit de salieras (salinas of zeezoutwinning)en Barco Saleiro ou Mercantel is een vrachtvaarder voor zowel zoutvervoer als generale cargo.
De hoofdbrok is de stad Aveiro zelf. In het centrum is het betaalparking aan het kanaal dat het centrum in twee delen snijdt (0,60/h. Max.:2 uur). Aan een brede brug over het kanaal, waar zelfs plaats over is voor een rondpunt, liggen de met taferelen uit het dagelijks leven beschilderde ‘barcos moliceiros’. Ze doen nu dienst om toeristen rond te varen (zoals in Brugge op de reien). Er was een tijd dat meer dan 1.000 zulke boten hun kost verdiende in de Ria. Naast visserij brachten ze zeewier aan land voor bemesting. Nu zijn er nog een dertigtal. In de aanpalende toeristische dienst maakte een bediende ons opmerkzaam om het oude stationsgebouw eens te bekijken. De gevel is versierd met azulejos. Het stelt vergane beroepen en oude stadsgezichten voor.
Azulejos
Van de Rota da Luz wordt Ovar als de museumstad van de geglazuurde kleurrijke tegeltjes vernoemd. Veel huizengevels zijn er mee afgewerkt. De azulejo heeft een Arabische oorsprong (al-zuleycha). Het werd in Portugal in de 16de Gouden Eeuw van ontdekking ingevoerd. Voornamelijk kerken en paleizen werden ermee gedecoreerd. Zowel van binnen als van buiten. Op het einde van de 17de eeuw kwam de eigen productie onder Chinese ceramiek en Hollandse invloed. De wit-blauwe combinatiekleur in de azulejo is gebaseerd op Delfse faience.
De best bewaarde azulejo kerkgevel is deze van Valega (deelgemeente Ovar), terwijl het gerechtsgebouw van Ovar er meer een moderne Art Nouveau versie op na houdt. Het sierstuk stelt hier de arte da xavega-visvangst voor.
(In Lissabon is er: Museu de Azulejo in het voormalige klooster Madre de Deus.)
Casas tipicas
Terug overnachten we in Praia da Costa Nova met zij in oude pyjama’s gestoken houten huizen! Van de meeste ‘casas tipicas’ (nu zelfs de betonnen) zijn hun voorgevelplanken in wit-rood, wit-groen of wit-blauwe strepen geschilderd, wat mij doet denken aan grootvaders vooroorlogse pyjama.
Voetnoten
(*1) Deze ‘Zona Autocaravanas’ is gratis en ligt net achter de duinen aan de Capelas da Sra. da Saude. Toiletten en (koude) douches zijn voorzien.
(*2) Komende vanaf de kust is er een houten brug over de Ria enkel voor max: 2,5t en er is een hoogteportaal: 2,50m.
www.rotadaluz-aveiro.co.pt, www.rotadaluz.pt, www.visitportugal.com, www.cm-ilhavo.pt.
Toltarieven auto(snel)wegen: www.touring-e-explorer.be.
© www.camperreiswegwijzer.com
dinsdag 8 september 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten