zaterdag 17 oktober 2009

26. Cantabrië
Het heeft 200 km lange kust met een 70-tal stranden. Als je 25 km het binnenland ingaat stijgt het terrein van zeeniveau tot een hoogte van meer dan 2.500 m. We zijn in Cantabrië aangekomen. Een autonome deelstaat van Spanje met een bevolking van 5 miljoen zielen. 2 miljoen leven en werken ervan in Santander. Klein landje maar het geeft een hele wereld te bieden. Een geweldige orografie: de ruimte tussen het hooggebergte en de zee vertoont een breed spectrum van landschappen, een afwisseling van bergtoppen, bossen, rivierdalen, grote grasvlakten en bergen, stranden en kliffen met baaien, kreken en riviermonden (www.turismodecantabrica.com).
We bezochten enkele bezienswaardigheden:
Santillana del Mar
We betaalde €2 (toda dia) om op de parking Plaza del Rey te mogen staan. Nu, ja, voor een Koninklijke plaats moet men er wat over hebben! Overnachten in onze zwerfwagen mocht niet. Nu goed. We verschoven onze bezitting ’s avonds dan maar naar de overkant van de straat en sliepen daarvoor ook niet slechter aan het Campo del Revolco, zoals het pleintje hete.
Santillana de Mar is een goed geconserveerd middeleeuws stadje, en erg in trek bij touroperators die het steevast in hun reispakket opnemen. Talrijke toeristenbussen rijden er dan ook op en aan. Ieder huis lijkt we de een of andere boetiek, ambacht, souvenirshop, restaurant of cidreria (ciderhuis) te herbergen. De straten zijn kinderkopjes. De huizen, stadhuis, palacio’s en de parador zijn opgetrokken in natuursteen.
_______________________
Een van de best bewaarde
feodale plaatsen van Spanje
Ook de buiten het centrum gelegen hotels en pasada’s doen er vrolijk aan mee. Business as useall. Toch is het stadje (maar enkele straten groot) een van de best bewaarde feodale plaatsen van Spanje. Een tijd was het zelfs regionale hoofdstad en het torst een rijk, welvarend verleden met zich mee.
Voor bezoek aan de romaanse Santa Juliana collegiale kerk en klooster, waar relieken van haar bewaard worden, moet je wel €3 ophoesten.
Altamira
17 jaar geleden was ik hier al eens. Toen mochten 40 bezoekers per dag de wereldberoemde grot in. Nu niemand meer. Wel is er een hypermodern museum in de plaats gekomen met reproducties van de originele beschilderde grotten. Deze verbaasden de artistieke wereld wat de schilderskunst betrof van onze verre voorouders. Dat het dan allemaal nog met een primitief olielampje van gebakken aarde en liggend op de rug als Michaelo Angelo in de Sixtijnse kapel deed, maakt de kunstwerkende nog raadselachtig. De dieren zijn verbazend realistisch uitgebeeld. Behalve een handafdruk komen er afbeeldingen van mensen niet op voor.
________________________
Liggend op de rug als
Michaelo Angelo in de Sixtijnse kapel

Santander
In deze drukke hoofdstad van Cantabrië vonden we parking aan het Museo Maritimo del Cantabria (MMC). Er zijn ook enkel strandjes met de gekke namen als: Playa de Peligro (gevaarlijk strand) en Playa de Bikinis (…). Het voornaamste strand van Santander is Sardinero. Hier staat ook het casino en dat wil al veel zeggen (*1).
In de zomermaanden rijdt bus 14 van het Maritiem museum naar het centrum en toert er ook een toeristenbusje met 7 stopplaatsen aan evenveel belangrijke bezienswaardigheden. Ticket geldig voor 2 dagen.
___________________
halsbrekende acrobatische toeren
Playa de Perigro is zeer in trek bij Kitesurfers. We waren dan ook getuige hoe deze kerels halsbrekende acrobatische toeren uithaalden met hun surfplank.
Camino de Santiago
Als deze plaatsen aan zee zijn tevens stopplaatsen voor de pelgrims naar Santiago de Compostela. Camino Costero de Santiago werd toentertijd veelvuldig gebruikt omdat de Camino Francés te gevaarlijk was geworden door de invallen van de moslims. Het is niet zo druk belopen maar we kwamen toch regelmatig pelgrims tegen die over de N-634 en N-632 liepen. Een groep Fransen dat we spraken waren al vanuit Le Puy 65 onderweg met een bemiddelt van 25 km per dag. Fier wist ik het hoofd van de groep te vertellen dat in de Camino Francés ook al eens had afgetrippeld. Hij was niet onder de indruk: “heb ik al vijf keer gedaan.”
Laredo
Deze zeestad maakte zich op om de Bayrischen Bierfeste na te apen. Ze hadden er wel een andere naam voor gekozen: Festival Europeo de la Cerveza. Hoofdsponsor was de Paulaner brouwerij (www.festivaleuropeodelacerveza.com).
_______________________
Keizer Karel zag
het niet meer zitten
Een ander feest is dit van de bij ons geboren Gentenaar Carlos V (Keizer Karel). Wegens een verkeer ingeschatte navigatiefout landde hij hier per excuus met al zijn hele hebben en houden op het verkeerde strand (Playa de Salvé). Ook deze gebeurtenis wordt hier jaarlijks herdacht met de nodige doedelzakgejank en tromgeroffel. Keizer Karel zag het niet meer zitten. Van ouderdom en ziek nam hij zijn intrek in een klooster om voor de rest van zijn dagen in rust te slijten. Dat hij de ‘drieoorse’ bierpot van Olen had meegenomen, is mij onbekend!
De route van de keizer, die deze in 1556 nam (*2), wordt nog altijd terug met een voettocht overgedaan. Deze wandeltocht start vanuit de haven van Laredo en loopt tot Medina de Pomar.
Aan het strand van Ostende
De laatste nacht in Cantabrië zouden we doorbrengen aan het strand van Ostende. Neen, niet in de Vlaamse Koningin der badsteden maar wel in Castro Urdiales.
Even verbaasd als u staken we ons licht op in de plaatselijke VVV. De vriendelijke juffrouw, die tussen haakjes perfect Engels sprak, kon ons uitleggen dat er inderdaad een connectie bestond met de Vlaamse zeestad: Vreemde badgasten in de 19de eeuw, meestal Engelsen, hadden het alsmaardoor over beautyfull Ostende aan de Belgian Coast en zodoende kreeg dit kleine strandje, geklemd tussen de Alto de San Andres en het schiereiland waar vroeger de oude vesting stond - nu nog met kasteelvuurtoren en St.-Mariakerk - haar naam te danken.
____________________________
Ik had het geluk er een zestal
van vlees en bloed te mogen fotograferen
Op de visserskaai staat een uit steen gehakt standbeeld van twee netten breiende vrouwen. En warempel ik had het geluk er een zestal van vlees en bloed te mogen fotograferen bij hun bezigheid.
Op het tijdstip van ons bezoek was Castro Urdiales ook druk in de weer om haar imago van tweede Oostende op te poetsen. De Paseo Maritimo mag gezien worden. Het viel meteen ook in de smaak bij de Senegalezen, die er dan ook dankbaar gebruik van maakten en er Sjacossen en blinq-blinq horloges aan de man/vrouw trachten te slijten.
**********
(*1) Santander is kandidaat, met vier andere Spaanse steden waaronder San Sebastian, voor Europese Culturele Hoofdstad, 2016. De bevolking mag meestemmen. De finale is voorzien voor 2011. Dan mag de winner zijn mouwen opsloven en beginnen aan een grondige poetsbeurt van zijn geliefde stad.
(www.santander2016.eu en www.sansebastian2016.com).
(*2) deze Marcha a pie werd voor de tiende maal ingericht en loopt (met de medewerking van deze gemeenten) over Colindres, Limpias, Ampuero, Rasines, Ramales, Lanestosa, Saba naar Medina de Pomar. In 2009 was dit feest, dat uitbundig gevierd wordt, op 17 en 18 oktober.
Websites
www.spain.info
Grotten: www.cuevasdecantabria.es, www.museodealtamira.es, www.museodealtamire.mcu.es.
Cantabrië: www.turismodecantabria.com. Musea: www.culturadecanrabria.com.
© www.camperreiswegwijzer.com.

woensdag 14 oktober 2009

26. Cantabrië

25. Groen Spanje
Zeegrotten
Ten westen van Ribadeo, richting A Coruna (N-634), bevindt zich langsheen de grillige Cantabricaanse kust een uniek natuurgebied: As Catedrais. In het Nederlands best te vertalen als De Kathedralen. Het bestaat uit zeegrotten, die zich met de jaren diep in de verticale rotswand hebben geboord en arcades, als steunberen die de leisteenklippen op hun plaats moeten houden. Om niet verrast te worden door het opkomende water bezoek je het best van op het strand met afgaande tijd deze spelonken (*).
Wij volgden alvast vanuit Vilaselar (Ribedeo) de Ruta de las Playas, een smalle door de velden slingerende kustweg. Het deed ons meteen denken aan Bretagne. We moesten door het kleine vissersdorpje Rinlo met nauwe straatjes en een brug over van max. 2 meter breedte (niet geschikt voor grote campers. Je volgt best de weg N-634 tot afslag naar Playa de os Castros).
Een eerste overnachting deden we dan ook op de parking van Playa de os Castros. Dit is een spiksplinternieuwe aanleg van 2008 met toiletten en de mogelijk tot het nemen van douches. Dit strand beschikt als voorsmaakje al over één arco (arcadeklip). Playa de as Catedrais (of O Playa de Augasantas) is vijf kilometer verderop.
Miramar
Ook deze in 2003 aangelegde parking beschikt naast een restaurant over de nodige aseos. Een klein probleempje. De wc’s waren gesloten op deze van de gehandicapten na. Als na traditie was ook dit slot kapot en waaide met het minste zuchtje de stalen deur terug wagenwijd open. Proper dat wel en flinterdun wc-papier aanwezig, maar dat slot bleek maar niet te herstellen. Wij bleven er drie dagen en dat moet je wel eens wat …
De wc-deur staat aan de zeezijde en met open deur heb je zo van op de plee een prachtige miramar (zicht op zee). Problematisch wordt het als een tourbus zijn lading toeristen op de parking loslaat en een sliert vrouwen met gespannen blaas zich opdringen voor de plasbeurt. Daar zit je dan lekker op je troon met aanschouwing van al je familiejuwelen.
Een mens is vindingrijk. Gewapend met een driemeters lange koord begaven we ons voor de volgende ontlasting naar het toiletten, knoopten het vast aan de deurklink, trokken het hard aan en sloegen het met een dubbele steek vast aan de armsteun naast de wc-pot, waarover gehandicapten wc’s altijd beschikken. En laat ze nu maar snokken aan die deurklink!
Asturia
Deze autonome deelstaat heeft 300 km kust en evenveel stranden. Toch zijn het de Picos de Europa, een bergketen gevormd door de Cordillera Cantabrica, dat het land afscheid van de rest van Spanje en hierdoor haar eigen identiteit geeft kunnen behouden. De prehistorie is hier dan ook nog zichtbaar in enkele grotten met Paleolithicum rotstekeningen.
Om vanuit Lugo naar de hoofdstad Oviedo te komen moet je een serieuzer omweg via Ribadeo maken. Het is van hieruit, deze onherbergzame wildernis, dat de reconquesta, geleid door de legendarische Pelayo, ook zou begonnen zijn om de Moren, mores te leren en het Iberische schiereiland uit te schoppen.
De Picos met hoogten van meer dan tweeduizend meters laten zich niet kennen en dat hebben we geweten. Bij ons bezoek aan het heiligdom van Covadonga, hadden we het lumineuze idee opgevat even deze bergwand op te rijden. Er loopt een goed berijdbare baan naar de enkele bergmeren (Lago Enol en Lago la Ercina).
Boven was er parking. Omdat onze auto langer is dan de doorsnee personenauto en met zijn achterste nog op het rijvak uitstak, plaatste ik de voorvielen op enkele stenen die het einde van de parking, zoals bij trottoirs, afbakende. Een plat band was het resultaat! De stenen bestonden uit silex, zo scherp als een mes en sneden zo door onze rechtervoorband heen. Daarmee zaten we ook onwrikbaar vast. Het voertuig kon niet meer achteruit geduwd worden. We maakten deel uit van de Picos.
Bel de Wegenhulp en die komen je zo van je miserie verlossen! Je bent in Spanje. Hoe leg je dat uit? Er reden enkele taxi’s met toeristen de berg op die beter financieel bevoordeeld waren dan wij. Een taxi huren voor een halve dag kost ook niet niks. Enfin. Wij klampten een taxidriver aan met de bede: “por favor”, een takelwagen op te bellen. En u maar hopen dat die zo vriendelijk was dit ook te doen. Niet dus!
Uren verstreken en er gebeurde niets. De zon begon al aardig dicht de aarde te naderen en wij maakten ons al op hierboven noodzakelijk te moeten overnachten.
Toen kwam er een takelwagen naar boven. De chauffeur zocht niet ons maar een andere klant die met de noorderzon verdwenen bleek. We kwamen in gesprek en hij besloot ons dan maar te helpen.
De manier waarop we gestrand waren was het onmogelijk het geheel op te krukken en met de takelwagen langsheen te manoeuvreren. De ene kant van de weg was afgrond zonder vangrails, de andere bergwand. Wij zaten muurvast op de silexsteen. Er zat niet anders op dan deze met hamer en beitel – die wij in de auto hebben om fossielen los te kappen – te lijf te gaan. Silex is hard als glas en springt alle richtingen uit bij het in stukken kappen. De prehistorische mens maakte zijn werktuigen op een ander verstandiger manier. Wij hadden geen keus. Tot bloedens toe bleven we elkaar aflossen tot de auto met mankracht achteruit kon gesleept worden naar de straat. Pas daarna kon gedacht worden aan het opladen en de berg afrollen.
Er moest een nieuwe band besteld worden en dat kon pas ’s anderdaags. Het was inderdaad zondag en wij zouden het in de Picos drie dagen langer moeten uitzingen voordat we een nieuwe band konden bemachtigen…
Luarca
Van uit de bergen bevloeid de Rio Negro in een spiraal het kleine vissersstadje Luarca om daarna in zee uit te monden. Met de tijd verrezen er twee strekdammen die de Puerto Pesquero moesten beschermen tegen het zeegeweld en de ranke vissersscheepjes een veilige haven boden. Wij vonden parking aan de Paseo de Marchica. Nu is de haven, naast zijn visserij, ook een toeristische trekpleister en bezit, volgens de groene Michelingids, het mooiste kerkhof van Spanje dat een nog nooit eerder geziene Point de Vue presenteert! ?
Interessant is ook te vernemen dat de streek al in de eerste eeuw door nomaden, ‘Vaqueiros’ genaamd, werd bewoond. Nu nog leven deze nog voort in de talrijke feestelijkheden, waaronder een druk bijgewoonde Vaqueiro bruiloft.
www.comarcavaqueira.com, www.ayto-valdes.net.
Cudillero
De volgende zitting gebeurde in het nog pittoreskischer havenstadje Cudillero. Hier maken de inwoners zich op afstammelingen van Vikingkrijgers te zijn. Het dorp ligt geklemd in een kloof waar de huizen, als ratten in de val, tegen de bergwanden lijken op te klauteren naar veiliger oorden. Er is in de haven een ruime parking voorzien waarvan vele camperbezitters er dan ook dankbaar gebruik van maken.
Llastres
Bij het afdalen naar Llastres volgden we de AS-527 naar het Casco Historico. Onze hartje sloeg een slag over toen we de steile bergheling afrolden. Moesten we deze weg terug naar boven? Het zou in eerste versnelling moeten gebeuren. De afdaling naar de haven bleek helemaal niet te doen. Ten andere een verkeersbord gaf verbod voor autobussen, caravans en motorhomes deze weg te nemen. We reden een eindje het plaatsje de andere richting uit en vonden al snel aan de linker kant (5 min lopen) een kleine parking boven de klippen. Lets go anker en onze bedje voor de nacht kon niet beter gekozen.
Ik bezocht het stadje. De afdaling naar de haven was inderdaad ongewoon gevaarlijk steil. Beneden: de parking klein en tot overmaat van ramp hadden zich auto’s geplaatst aan de ene (gele streep) kant van de afdaling wat het verkeer, waar ook de voetgangers langsheen moesten, er niet veiliger op maakte.
Toch was het zicht vanuit de haven op het stadje adembenemend mooi. De huizen leken wel tegen de rotswand geplakt. Als een schilderij gemaakt door een kunstenaar met een paletmes. Er in lopen bestond uit één trappenloop. Er is geen vierkante meter plat.
‘s Morgens hadden we een prachtige zonsopkomst vanuit onze staplaats boven de klippen. Het zicht gaf ons een dromerige romantische aanblik. Het exotische panorama dat zich showde op de lager gelegen Playa en de Picos de Europa, kaderde het plaatje perfect in.
Ciderparadijs
Het Ciderparadijs leek dan toch te bestaan! De Asturianen beweren namelijk: toen Adam en Eva het aards paradijs uitgegooid werden ze hier een nieuwe thuis vonden. De Bulgaren hebben daar een aannemelijk verklaring voor: Ze moesten het paradijs uit omdat Eva altijd appelmoes wou en Adam daarvoor voor stoofhout moest zorgen en alle bomen had omgehakt!
Van appelen wordt, naast appelmoes, ook cider gemaakt en dat vonden ze hier in overvloed. Eva was op slag verlost van haar appelmoesverslaving. De cider, die hier uit de fles met gestrekte arm van boven het hoofd in een lagere gehouden schuin glas geserveerd wordt, vond zij zalig!
The Dinosaur Coast
Ook voor de dino’s moet het lang geleden en paradijs geweest zijn. Ze leefden hier in elk geval lang en gelukkig voor een periode van 165 miljoen jaar. 65 miljoen jaar geleden was plotseling het liedje uit. De dieren verdwenen en nogmaals 2 miljoen jaar later begon een zoogdier zich langzaam te ontwikkelen tot mens.
Het Jurasic landschap van Asturias herbergt nu nog letterlijk de sporen van deze reuze mastodonten. Tussen Kaap Torres (ten westen van Gijon) en twee km ten oosten van Ribadesella, zijn er op vele plaatsen pootafdrukken op de rotsen te ontdekken.
In Muja, 2 km van Llastres en baan naar Colunga, is er onlangs een Museo del Jurasico de Asturias geopend (www.museojurasicoasturias.com). Het gebouw bestaat uit drie grote hoofdzalen, opgetrokken als een poot van een dinosauriër. De skeletten en andere tentoon gestelde exemplaren zijn in het algemeen replica’s van bestaande vondsten, wat het geheel van de verzameling leerrijk completer maakt.
*************
www.infoasturias.com, www.orienteastur.info.
Lectuur: Guia Turistica del Oriente de Asturias, ISBN 978-84-612-5735-5. Een uitgave (enkel in het Spaans) van Fundacion Turistica y Cultur del Oriente de Asturias, 2008.
Voetnoot
(*) Lugar de Interés comunitario de la Red Europea Nature 2000, y Monumento Narural por la Xunta de Galicia.

25. Groen Spanje
Zeegrotten
Ten westen van Ribadeo, richting A Coruna (N-634), bevindt zich langsheen de grillige Cantabricaanse kust een uniek natuurgebied: As Catedrais. In het Nederlands best te vertalen als De Kathedralen. Het bestaat uit zeegrotten, die zich met de jaren diep in de verticale rotswand hebben geboord en arcades, als steunberen die de leisteenklippen op hun plaats moeten houden. Om niet verrast te worden door het opkomende water bezoek je het best van op het strand met afgaande tijd deze spelonken (*).
Wij volgden alvast vanuit Vilaselar (Ribedeo) de Ruta de las Playas, een smalle door de velden slingerende kustweg. Het deed ons meteen denken aan Bretagne. We moesten door het kleine vissersdorpje Rinlo met nauwe straatjes en een brug over van max. 2 meter breedte (niet geschikt voor grote campers. Je volgt best de weg N-634 tot afslag naar Playa de os Castros).
Een eerste overnachting deden we dan ook op de parking van Playa de os Castros. Dit is een spiksplinternieuwe aanleg van 2008 met toiletten en de mogelijk tot het nemen van douches. Dit strand beschikt als voorsmaakje al over één arco (arcadeklip). Playa de as Catedrais (of O Playa de Augasantas) is vijf kilometer verderop.
Miramar
Ook deze in 2003 aangelegde parking beschikt naast een restaurant over de nodige aseos. Een klein probleempje. De wc’s waren gesloten op deze van de gehandicapten na. Als na traditie was ook dit slot kapot en waaide met het minste zuchtje de stalen deur terug wagenwijd open. Proper dat wel en flinterdun wc-papier aanwezig, maar dat slot bleek maar niet te herstellen. Wij bleven er drie dagen en dat moet je wel eens wat …
De wc-deur staat aan de zeezijde en met open deur heb je zo van op de plee een prachtige miramar (zicht op zee). Problematisch wordt het als een tourbus zijn lading toeristen op de parking loslaat en een sliert vrouwen met gespannen blaas zich opdringen voor de plasbeurt. Daar zit je dan lekker op je troon met aanschouwing van al je familiejuwelen.
Een mens is vindingrijk. Gewapend met een driemeters lange koord begaven we ons voor de volgende ontlasting naar het toiletten, knoopten het vast aan de deurklink, trokken het hard aan en sloegen het met een dubbele steek vast aan de armsteun naast de wc-pot, waarover gehandicapten wc’s altijd beschikken. En laat ze nu maar snokken aan die deurklink!
Asturia
Deze autonome deelstaat heeft 300 km kust en evenveel stranden. Toch zijn het de Picos de Europa, een bergketen gevormd door de Cordillera Cantabrica, dat het land afscheid van de rest van Spanje en hierdoor haar eigen identiteit geeft kunnen behouden. De prehistorie is hier dan ook nog zichtbaar in enkele grotten met Paleolithicum rotstekeningen.
Om vanuit Lugo naar de hoofdstad Oviedo te komen moet je een serieuzer omweg via Ribadeo maken. Het is van hieruit, deze onherbergzame wildernis, dat de reconquesta, geleid door de legendarische Pelayo, ook zou begonnen zijn om de Moren, mores te leren en het Iberische schiereiland uit te schoppen.
De Picos met hoogten van meer dan tweeduizend meters laten zich niet kennen en dat hebben we geweten. Bij ons bezoek aan het heiligdom van Covadonga, hadden we het lumineuze idee opgevat even deze bergwand op te rijden. Er loopt een goed berijdbare baan naar de enkele bergmeren (Lago Enol en Lago la Ercina).
Boven was er parking. Omdat onze auto langer is dan de doorsnee personenauto en met zijn achterste nog op het rijvak uitstak, plaatste ik de voorvielen op enkele stenen die het einde van de parking, zoals bij trottoirs, afbakende. Een plat band was het resultaat! De stenen bestonden uit silex, zo scherp als een mes en sneden zo door onze rechtervoorband heen. Daarmee zaten we ook onwrikbaar vast. Het voertuig kon niet meer achteruit geduwd worden. We maakten deel uit van de Picos.
Bel de Wegenhulp en die komen je zo van je miserie verlossen! Je bent in Spanje. Hoe leg je dat uit? Er reden enkele taxi’s met toeristen de berg op die beter financieel bevoordeeld waren dan wij. Een taxi huren voor een halve dag kost ook niet niks. Enfin. Wij klampten een taxidriver aan met de bede: “por favor”, een takelwagen op te bellen. En u maar hopen dat die zo vriendelijk was dit ook te doen. Niet dus!
Uren verstreken en er gebeurde niets. De zon begon al aardig dicht de aarde te naderen en wij maakten ons al op hierboven noodzakelijk te moeten overnachten.
Toen kwam er een takelwagen naar boven. De chauffeur zocht niet ons maar een andere klant die met de noorderzon verdwenen bleek. We kwamen in gesprek en hij besloot ons dan maar te helpen.
De manier waarop we gestrand waren was het onmogelijk het geheel op te krukken en met de takelwagen langsheen te manoeuvreren. De ene kant van de weg was afgrond zonder vangrails, de andere bergwand. Wij zaten muurvast op de silexsteen. Er zat niet anders op dan deze met hamer en beitel – die wij in de auto hebben om fossielen los te kappen – te lijf te gaan. Silex is hard als glas en springt alle richtingen uit bij het in stukken kappen. De prehistorische mens maakte zijn werktuigen op een ander verstandiger manier. Wij hadden geen keus. Tot bloedens toe bleven we elkaar aflossen tot de auto met mankracht achteruit kon gesleept worden naar de straat. Pas daarna kon gedacht worden aan het opladen en de berg afrollen.
Er moest een nieuwe band besteld worden en dat kon pas ’s anderdaags. Het was inderdaad zondag en wij zouden het in de Picos drie dagen langer moeten uitzingen voordat we een nieuwe band konden bemachtigen…
Luarca
Van uit de bergen bevloeid de Rio Negro in een spiraal het kleine vissersstadje Luarca om daarna in zee uit te monden. Met de tijd verrezen er twee strekdammen die de Puerto Pesquero moesten beschermen tegen het zeegeweld en de ranke vissersscheepjes een veilige haven boden. Wij vonden parking aan de Paseo de Marchica. Nu is de haven, naast zijn visserij, ook een toeristische trekpleister en bezit, volgens de groene Michelingids, het mooiste kerkhof van Spanje dat een nog nooit eerder geziene Point de Vue presenteert! ?
Interessant is ook te vernemen dat de streek al in de eerste eeuw door nomaden, ‘Vaqueiros’ genaamd, werd bewoond. Nu nog leven deze nog voort in de talrijke feestelijkheden, waaronder een druk bijgewoonde Vaqueiro bruiloft.
www.comarcavaqueira.com, www.ayto-valdes.net.
Cudillero
De volgende zitting gebeurde in het nog pittoreskischer havenstadje Cudillero. Hier maken de inwoners zich op afstammelingen van Vikingkrijgers te zijn. Het dorp ligt geklemd in een kloof waar de huizen, als ratten in de val, tegen de bergwanden lijken op te klauteren naar veiliger oorden. Er is in de haven een ruime parking voorzien waarvan vele camperbezitters er dan ook dankbaar gebruik van maken.
Llastres
Bij het afdalen naar Llastres volgden we de AS-527 naar het Casco Historico. Onze hartje sloeg een slag over toen we de steile bergheling afrolden. Moesten we deze weg terug naar boven? Het zou in eerste versnelling moeten gebeuren. De afdaling naar de haven bleek helemaal niet te doen. Ten andere een verkeersbord gaf verbod voor autobussen, caravans en motorhomes deze weg te nemen. We reden een eindje het plaatsje de andere richting uit en vonden al snel aan de linker kant (5 min lopen) een kleine parking boven de klippen. Lets go anker en onze bedje voor de nacht kon niet beter gekozen.
Ik bezocht het stadje. De afdaling naar de haven was inderdaad ongewoon gevaarlijk steil. Beneden: de parking klein en tot overmaat van ramp hadden zich auto’s geplaatst aan de ene (gele streep) kant van de afdaling wat het verkeer, waar ook de voetgangers langsheen moesten, er niet veiliger op maakte.
Toch was het zicht vanuit de haven op het stadje adembenemend mooi. De huizen leken wel tegen de rotswand geplakt. Als een schilderij gemaakt door een kunstenaar met een paletmes. Er in lopen bestond uit één trappenloop. Er is geen vierkante meter plat.
‘s Morgens hadden we een prachtige zonsopkomst vanuit onze staplaats boven de klippen. Het zicht gaf ons een dromerige romantische aanblik. Het exotische panorama dat zich showde op de lager gelegen Playa en de Picos de Europa, kaderde het plaatje perfect in.
Ciderparadijs
Het Ciderparadijs leek dan toch te bestaan! De Asturianen beweren namelijk: toen Adam en Eva het aards paradijs uitgegooid werden ze hier een nieuwe thuis vonden. De Bulgaren hebben daar een aannemelijk verklaring voor: Ze moesten het paradijs uit omdat Eva altijd appelmoes wou en Adam daarvoor voor stoofhout moest zorgen en alle bomen had omgehakt!
Van appelen wordt, naast appelmoes, ook cider gemaakt en dat vonden ze hier in overvloed. Eva was op slag verlost van haar appelmoesverslaving. De cider, die hier uit de fles met gestrekte arm van boven het hoofd in een lagere gehouden schuin glas geserveerd wordt, vond zij zalig!
The Dinosaur Coast
Ook voor de dino’s moet het lang geleden en paradijs geweest zijn. Ze leefden hier in elk geval lang en gelukkig voor een periode van 165 miljoen jaar. 65 miljoen jaar geleden was plotseling het liedje uit. De dieren verdwenen en nogmaals 2 miljoen jaar later begon een zoogdier zich langzaam te ontwikkelen tot mens.
Het Jurasic landschap van Asturias herbergt nu nog letterlijk de sporen van deze reuze mastodonten. Tussen Kaap Torres (ten westen van Gijon) en twee km ten oosten van Ribadesella, zijn er op vele plaatsen pootafdrukken op de rotsen te ontdekken.
In Muja, 2 km van Llastres en baan naar Colunga, is er onlangs een Museo del Jurasico de Asturias geopend (www.museojurasicoasturias.com). Het gebouw bestaat uit drie grote hoofdzalen, opgetrokken als een poot van een dinosauriër. De skeletten en andere tentoon gestelde exemplaren zijn in het algemeen replica’s van bestaande vondsten, wat het geheel van de verzameling leerrijk completer maakt.
*************
www.infoasturias.com, www.orienteastur.info.
Lectuur: Guia Turistica del Oriente de Asturias, ISBN 978-84-612-5735-5. Een uitgave (enkel in het Spaans) van Fundacion Turistica y Cultur del Oriente de Asturias, 2008.
Voetnoot
(*) Lugar de Interés comunitario de la Red Europea Nature 2000, y Monumento Narural por la Xunta de Galicia.

25. Groen Spanje

25. Groen Spanje
Zeegrotten
Ten westen van Ribadeo, richting A Coruna (N-634), bevindt zich langsheen de grillige Cantabricaanse kust een uniek natuurgebied: As Catedrais. In het Nederlands best te vertalen als De Kathedralen. Het bestaat uit zeegrotten, die zich met de jaren diep in de verticale rotswand hebben geboord en arcades, als steunberen die de leisteenklippen op hun plaats moeten houden. Om niet verrast te worden door het opkomende water bezoek je het best van op het strand met afgaande tijd deze spelonken (*).
Wij volgden alvast vanuit Vilaselar (Ribedeo) de Ruta de las Playas, een smalle door de velden slingerende kustweg. Het deed ons meteen denken aan Bretagne. We moesten door het kleine vissersdorpje Rinlo met nauwe straatjes en een brug over van max. 2 meter breedte (niet geschikt voor grote campers. Je volgt best de weg N-634 tot afslag naar Playa de os Castros).
Een eerste overnachting deden we dan ook op de parking van Playa de os Castros. Dit is een spiksplinternieuwe aanleg van 2008 met toiletten en de mogelijk tot het nemen van douches. Dit strand beschikt als voorsmaakje al over één arco (arcadeklip). Playa de as Catedrais (of O Playa de Augasantas) is vijf kilometer verderop.
Miramar
Ook deze in 2003 aangelegde parking beschikt naast een restaurant over de nodige aseos. Een klein probleempje. De wc’s waren gesloten op deze van de gehandicapten na. Als na traditie was ook dit slot kapot en waaide met het minste zuchtje de stalen deur terug wagenwijd open. Proper dat wel en flinterdun wc-papier aanwezig, maar dat slot bleek maar niet te herstellen. Wij bleven er drie dagen en dat moet je wel eens wat …
De wc-deur staat aan de zeezijde en met open deur heb je zo van op de plee een prachtige miramar (zicht op zee). Problematisch wordt het als een tourbus zijn lading toeristen op de parking loslaat en een sliert vrouwen met gespannen blaas zich opdringen voor de plasbeurt. Daar zit je dan lekker op je troon met aanschouwing van al je familiejuwelen.
Een mens is vindingrijk. Gewapend met een driemeters lange koord begaven we ons voor de volgende ontlasting naar het toiletten, knoopten het vast aan de deurklink, trokken het hard aan en sloegen het met een dubbele steek vast aan de armsteun naast de wc-pot, waarover gehandicapten wc’s altijd beschikken. En laat ze nu maar snokken aan die deurklink!
Asturia
Deze autonome deelstaat heeft 300 km kust en evenveel stranden. Toch zijn het de Picos de Europa, een bergketen gevormd door de Cordillera Cantabrica, dat het land afscheid van de rest van Spanje en hierdoor haar eigen identiteit geeft kunnen behouden. De prehistorie is hier dan ook nog zichtbaar in enkele grotten met Paleolithicum rotstekeningen.
Om vanuit Lugo naar de hoofdstad Oviedo te komen moet je een serieuzer omweg via Ribadeo maken. Het is van hieruit, deze onherbergzame wildernis, dat de reconquesta, geleid door de legendarische Pelayo, ook zou begonnen zijn om de Moren, mores te leren en het Iberische schiereiland uit te schoppen.
De Picos met hoogten van meer dan tweeduizend meters laten zich niet kennen en dat hebben we geweten. Bij ons bezoek aan het heiligdom van Covadonga, hadden we het lumineuze idee opgevat even deze bergwand op te rijden. Er loopt een goed berijdbare baan naar de enkele bergmeren (Lago Enol en Lago la Ercina).
Boven was er parking. Omdat onze auto langer is dan de doorsnee personenauto en met zijn achterste nog op het rijvak uitstak, plaatste ik de voorvielen op enkele stenen die het einde van de parking, zoals bij trottoirs, afbakende. Een plat band was het resultaat! De stenen bestonden uit silex, zo scherp als een mes en sneden zo door onze rechtervoorband heen. Daarmee zaten we ook onwrikbaar vast. Het voertuig kon niet meer achteruit geduwd worden. We maakten deel uit van de Picos.
Bel de Wegenhulp en die komen je zo van je miserie verlossen! Je bent in Spanje. Hoe leg je dat uit? Er reden enkele taxi’s met toeristen de berg op die beter financieel bevoordeeld waren dan wij. Een taxi huren voor een halve dag kost ook niet niks. Enfin. Wij klampten een taxidriver aan met de bede: “por favor”, een takelwagen op te bellen. En u maar hopen dat die zo vriendelijk was dit ook te doen. Niet dus!
Uren verstreken en er gebeurde niets. De zon begon al aardig dicht de aarde te naderen en wij maakten ons al op hierboven noodzakelijk te moeten overnachten.
Toen kwam er een takelwagen naar boven. De chauffeur zocht niet ons maar een andere klant die met de noorderzon verdwenen bleek. We kwamen in gesprek en hij besloot ons dan maar te helpen.
De manier waarop we gestrand waren was het onmogelijk het geheel op te krukken en met de takelwagen langsheen te manoeuvreren. De ene kant van de weg was afgrond zonder vangrails, de andere bergwand. Wij zaten muurvast op de silexsteen. Er zat niet anders op dan deze met hamer en beitel – die wij in de auto hebben om fossielen los te kappen – te lijf te gaan. Silex is hard als glas en springt alle richtingen uit bij het in stukken kappen. De prehistorische mens maakte zijn werktuigen op een ander verstandiger manier. Wij hadden geen keus. Tot bloedens toe bleven we elkaar aflossen tot de auto met mankracht achteruit kon gesleept worden naar de straat. Pas daarna kon gedacht worden aan het opladen en de berg afrollen.
Er moest een nieuwe band besteld worden en dat kon pas ’s anderdaags. Het was inderdaad zondag en wij zouden het in de Picos drie dagen langer moeten uitzingen voordat we een nieuwe band konden bemachtigen…
Luarca
Van uit de bergen bevloeid de Rio Negro in een spiraal het kleine vissersstadje Luarca om daarna in zee uit te monden. Met de tijd verrezen er twee strekdammen die de Puerto Pesquero moesten beschermen tegen het zeegeweld en de ranke vissersscheepjes een veilige haven boden. Wij vonden parking aan de Paseo de Marchica. Nu is de haven, naast zijn visserij, ook een toeristische trekpleister en bezit, volgens de groene Michelingids, het mooiste kerkhof van Spanje dat een nog nooit eerder geziene Point de Vue presenteert! ?
Interessant is ook te vernemen dat de streek al in de eerste eeuw door nomaden, ‘Vaqueiros’ genaamd, werd bewoond. Nu nog leven deze nog voort in de talrijke feestelijkheden, waaronder een druk bijgewoonde Vaqueiro bruiloft.
www.comarcavaqueira.com, www.ayto-valdes.net.
Cudillero
De volgende zitting gebeurde in het nog pittoreskischer havenstadje Cudillero. Hier maken de inwoners zich op afstammelingen van Vikingkrijgers te zijn. Het dorp ligt geklemd in een kloof waar de huizen, als ratten in de val, tegen de bergwanden lijken op te klauteren naar veiliger oorden. Er is in de haven een ruime parking voorzien waarvan vele camperbezitters er dan ook dankbaar gebruik van maken.
Llastres
Bij het afdalen naar Llastres volgden we de AS-527 naar het Casco Historico. Onze hartje sloeg een slag over toen we de steile bergheling afrolden. Moesten we deze weg terug naar boven? Het zou in eerste versnelling moeten gebeuren. De afdaling naar de haven bleek helemaal niet te doen. Ten andere een verkeersbord gaf verbod voor autobussen, caravans en motorhomes deze weg te nemen. We reden een eindje het plaatsje de andere richting uit en vonden al snel aan de linker kant (5 min lopen) een kleine parking boven de klippen. Lets go anker en onze bedje voor de nacht kon niet beter gekozen.
Ik bezocht het stadje. De afdaling naar de haven was inderdaad ongewoon gevaarlijk steil. Beneden: de parking klein en tot overmaat van ramp hadden zich auto’s geplaatst aan de ene (gele streep) kant van de afdaling wat het verkeer, waar ook de voetgangers langsheen moesten, er niet veiliger op maakte.
Toch was het zicht vanuit de haven op het stadje adembenemend mooi. De huizen leken wel tegen de rotswand geplakt. Als een schilderij gemaakt door een kunstenaar met een paletmes. Er in lopen bestond uit één trappenloop. Er is geen vierkante meter plat.
‘s Morgens hadden we een prachtige zonsopkomst vanuit onze staplaats boven de klippen. Het zicht gaf ons een dromerige romantische aanblik. Het exotische panorama dat zich showde op de lager gelegen Playa en de Picos de Europa, kaderde het plaatje perfect in.
Ciderparadijs
Het Ciderparadijs leek dan toch te bestaan! De Asturianen beweren namelijk: toen Adam en Eva het aards paradijs uitgegooid werden ze hier een nieuwe thuis vonden. De Bulgaren hebben daar een aannemelijk verklaring voor: Ze moesten het paradijs uit omdat Eva altijd appelmoes wou en Adam daarvoor voor stoofhout moest zorgen en alle bomen had omgehakt!
Van appelen wordt, naast appelmoes, ook cider gemaakt en dat vonden ze hier in overvloed. Eva was op slag verlost van haar appelmoesverslaving. De cider, die hier uit de fles met gestrekte arm van boven het hoofd in een lagere gehouden schuin glas geserveerd wordt, vond zij zalig!
The Dinosaur Coast
Ook voor de dino’s moet het lang geleden en paradijs geweest zijn. Ze leefden hier in elk geval lang en gelukkig voor een periode van 165 miljoen jaar. 65 miljoen jaar geleden was plotseling het liedje uit. De dieren verdwenen en nogmaals 2 miljoen jaar later begon een zoogdier zich langzaam te ontwikkelen tot mens.
Het Jurasic landschap van Asturias herbergt nu nog letterlijk de sporen van deze reuze mastodonten. Tussen Kaap Torres (ten westen van Gijon) en twee km ten oosten van Ribadesella, zijn er op vele plaatsen pootafdrukken op de rotsen te ontdekken.
In Muja, 2 km van Llastres en baan naar Colunga, is er onlangs een Museo del Jurasico de Asturias geopend (www.museojurasicoasturias.com). Het gebouw bestaat uit drie grote hoofdzalen, opgetrokken als een poot van een dinosauriër. De skeletten en andere tentoon gestelde exemplaren zijn in het algemeen replica’s van bestaande vondsten, wat het geheel van de verzameling leerrijk completer maakt.
*************
www.infoasturias.com, www.orienteastur.info.
Lectuur: Guia Turistica del Oriente de Asturias, ISBN 978-84-612-5735-5. Een uitgave (enkel in het Spaans) van Fundacion Turistica y Cultur del Oriente de Asturias, 2008.
Voetnoot
(*) Lugar de Interés comunitario de la Red Europea Nature 2000, y Monumento Narural por la Xunta de Galicia.

zaterdag 10 oktober 2009

24. Xacobeo

24. XACOBEO
Waar waren we ook alweer gebleven? Rias Baixos.
We wierpen nog een laatste blik op de eindeloze watervlakte aan de vuurtoren van Corrubedo voordat we aan ons eigenlijk werk begonnen: El Camino.
We reden naar Santiago de Compostela om ons over het parcours te informeren. Sint Jacob, in het Spaans San Tiago maar in het Galiciaans Xacobeo, el Matamoros (de Morenslachter), viert in 2010 zijn naamdag op een zondag. Daarmee is het ganse jaar dan ook heilig verklaard. Voor de volgende Heilig Jaar moet je wachten tot 2021. In de kathedraal (www.catedraldesantiago.es) waren ze druk bezig aan het uitvoeren van herstel en verfraaiingwerk. Voor de rest lag de stad er gewoon wekelijks bij zoals we het 10 jaar geleden hadden verlaten. Horden pelgrims tsjoekten vermoeid maar met een gelukkige glimlach door de smalle straatjes op zoek naar het Secretariaat voor afhaling van hun Creanciale. Het ultieme bewijs dat je de oeroude pelgrimsweg godvruchtig had afgelegd volgens de regels. Na voorlegging van het afgestempelde boekje werden hun enkele linke sluwe vragen gesteld. Degene die domweg antwoordde dat ze het uit sportieve geste deden, konden fluiten naar hun papierke!
Op een zonnig terrasje spraken we met de Duitstalige Zwitser Max. Hij had de weg met de fiets afgebolt in 25 dagen. Geen Spaans sprekende had hij dan ook praktisch met niemand contact gehad. “Moederziel alleen met de fiets maak je geen kennissen,” verklapte hij ons, “beter te voet, zo loop je wel eens een eindje met iemand mee’. Hij klaagde ook over het stadslawaai. 25 dagen alleen op de wereld had zijn tol geëist. Hij wilde het nog uitzingen tot Finisterre. Dan keerde hij terug met de trein naar het land van dure horloges, geld witwas bankiers en speciale multifunctionele knipmessen.
De Hongaar Stanilas viel hem bij. Ook hij was moederziel alleen uit het thuisland vertrokken om zijn zorgen eens op een rij te zetten. Ongelovige als hij was had hij toch in een romaans kerkje een klik in de hersenpan gekregen. “Ik was alleen,” zei hij, “met een vrouw. Deze bad en had een kaarsje aangestoken en wat in het gastenboek geschreven. Toen ze weg kon ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en had het gelezen. Het mens, dat ik vijfenveertig jaar schatte, had geschreven dat ze te voet naar Santiago liep in de hoop op genezing. Dat gaf me de kracht om door te zetten.”
Jörg Bosmann, een Duitser vertrokken uit Keulen, kwam met nog een sterker verhaal boven water. Hij was getuige hoe een rolstoelpatiënte door enkele pelgrims de Kruisberg werd opgedragen om haar steentje, dat ze 1.300 km van thuis had meegenomen, op de hoop te gooien.
Het is traditie dat pelgrims op weg naar Santiago de Compostela van ‘t huis uit een kei (niet te groot wegens het al te torsen meesleurende gewicht) om het op een berg (ergens tussen Foncebadon en Manjarin 1.490 meter hoog) te gooien, waar bovenop een lange onnozele vijfmetershoge houten staak het kleine la Cruz de Ferro staat. Heel de Camino zit vol met deze fratsen! Geloof- en bijgelovige rituelen.
O Cebreiro
We reden tot O Cebreiro, de Galiciaanse grens met de deelstaat Leon. Van hieruit was het nog 150 km lopen naar het einddoel. O Cebreiro is een oud Keltische nederzetting met een tiental granieten huizen en pallozas (ronde natuurstenen hutten met strooien daken.) Ze worden nog in hun originele negende eeuwse staat in ere gehouden. Er is ook een kerkje waar het Heilige Graal bewaard wordt. O Cebreiro laat ons balanceren op de voorbije middeleeuwen en zijn legendes. De Romerea, die jaarlijks duizenden pelgrims trekt, heeft hier plaats begin september.
De nederzetting is niet alleen in trek bij de pelgrims maar ook toeristenbussen draaien even de nabijgelegen A6 (Madrid-A-Coruna) af om hun menselijke lading voor een snelle blik en een foto los te laten. Souvenirs koop je best hier. Ze zijn stukken goedkoper dan in Santiago de Compostela. De Refuga Pèlerin heeft een capaciteit van 92 bedden. 19 bedden zijn te bekomen in drie gasthuizen à €30-€40/2 personen.
Een natuurfenomeen
Wij doen het goedkoper. We vonden gratis parking op de picknickberg aan de Cruceiro. ’s Morgens waren we van daaruit getuige van een andere fenomeen. De streek is bergachtig. O. Cebreiro ligt op 1.300 meter hoogte. In het noorden heb je een eindeloos zicht maar voordat de zon opkomt zit je boven de melksneeuwwitte wolken en zijn nog enkel de hoogste bergtoppen als eilandjes zichtbaar.
Ik was met een Nederlandse dame druk gewikkeld in een taalkundige discussie: De Camino, loop je die of is het wandelen, stappen of marcheren? De Spanjaarden hebben het over recorrer el camino (de weg afleggen), komt er een groep Japanners de berg naar boven opgestrompeld. De leider geeft “halt” (in het Japonnees) en ze installeren zich je aan een stenen picknicktafel. Het lunchpakket wordt aangesproken. “Bon appetit”, zeg ik. “Merci”, antwoord de leider van de groep. De man spreekt warempel de taal van Brigitte Bardot. Mijn favoriete stoot toen we nog maagd waren! Tijd voor een kort gesprek. “De Camino is in Japan heel goed gekend”, wordt ik met een buiging wijzer. Ze wordt samen met bezoek aan enkele ander Europese bezienswaardigheden aangeboden in een totaal reispakket. De Camino is ook heilzaam voor Budisten.
De volgende pelgrimshalte is 21,10 km verder in Triacastela (refuga pèlerin: 56 pl.) Daarvoor moet je nog wel twee cols trotseren: de Alto do Poio (1.335 m) en de Alto San Roque (1.270 m).
Tricastela
Na de cols wordt de Camino sterk dalende. Over de LU-633 weg, die Eliane met de auto als volgwagen moest volgen: een 8 km lange 7% hellingsgraadse afdaling. De Camino loopt zigzaggend parallel langsheen deze weg waar gelukkig weinig verkeer op zat. De Sierra de Ancares, waar we doorheen lopen, is een wondermooi landschap. De refuga peregrino van Tricastela beschikt over 56 pl. Er is nog een privé refuga met 38 bedden (€7,50) en een albergue (€7).
Samos
Van Tricastela is er een rechtstreekse weg naar Sarria (niet aangemarkeerd) maar de meeste pelgrims volgen de LU-633, de zes km langere weg over Samos naar Sarria. De refuga van Samos is ondergebracht in een reusachtig groot klooster. Er zijn 90 stapelbedden en zoals in de meeste onderkomens gebaseerd op vrijwillige giften. Een privé refuga vraagt €6 en in een hotelletje ben je al snel €24 à €34/2p. kwijt.
Sarria
We komen toe in een brede vallei. Plat, met een kerk op een berg en één enkele lange steile trap. En juist daar ligt de albergue waar ik mijn stempeltje moest halen. Ze maken het ons echt niet makkelijk, de geniepigaards!
We kwamen ook net op tijd om de opening van een nieuw camperstelplaats mee te helpen vieren. Deze ligt aan de oever van de rivier de Sarria aan het Pabellon Polideportivo de Sarria compex. Er stonden een honderdtal uitgenodigde campers van differente clubs, allemaal Spanjaarden, die ons luidruchtig tot een stuk in de nacht uit onze slaap hielden.
De refuga van de Benedictijnen in Sarria beschikt over 90 bedden. Er is een privé refuga met 19 bedden (€6) en 10 in een CR (Casa Rural of in het Frans chambre d’hote, met licentie): €24 à €34/ 2p.
Portomarin
Tot onze aller verbazing was het stuwmeer zo goed als droog. De oude brug met een enkele rijweg, waar de nieuwe dubbelvaksbaan er overheen gebouwd werd om beide oevers met elkaar te verbinden, was nog intact. Ze kon zo terug in gebruik genomen worden. Ook de fondamenten van het oude dorpskern stonden nu droog en smeekten gefotografeerd te worden. Bij mijn vorige reizen was dit niet mogelijk geweest omdat er toen een rimpeltje wind op het wateroppervlak stond.
Van wat restte van het oude dorp werd vakkundig gesloopt en netjes hogerop terug in elkaar gezet. Het nieuw Portomarin is dan ook een geslaagde urbanisatie van stedenbouw. Geen hoogbouw, wel gezellige straten met schaduwrijke arcadebogen in het centrum. Alleen de kerk torent, zoals het een godshuis betaamd, fel dominerend boven de huizen uit. Je staat versteld wat deze gigantische klomp stenen in het vroegere boerendorp voor zin had! In een plaatselijke supermarkt kan je het op oude foto’s nogmaals bewonderen in al haar glorie. Ze staat te pronken in een armzalige vieze doening tussen de koeienbeesten en pakezels.
Portomarin is nu voor de pelgrims een aardige stopplaats met de nodige overnachtingplaatsen, bars en restaurants. Ze bieden de ‘peregrino’-menu’s aan gaande van €7 tot €10. In iedere geval ik kom er graag.
*****
Websites
www.iberia.es, www.xacobeo.es, www.turgalicia.es, www.galice.net, www.caminosantiago.org, www.archicompostela.org. Voor Finisterre: www.neria.es. Logies: www.pazosdogalicia.com.
De Refuga’s (refuge) kunnen zowel gemeentelijk, gouvernementaal (concello), door geestelijken (kerkelijk, klooster) als door andere organisaties uitgebaat zijn. In Arcos wordt de refuga door Vlamingen uitgebaat en bemand. Ze zijn natuurlijk het goedkoopst maar de privacy is verre zoek. Luxe heeft inderdaad zijn prijs!
© www.camperreiswegwijzer.com

zaterdag 3 oktober 2009

23. De stervende zon

23. Rias Baixas
De stervende zon
In het verre oosten bestegen de Chinezen elk nacht de Tai Shan, om vanaf de bergtop hoopvol de geboorte van de nieuwe dag te kunnen naslaan. Daar begon de zon haar bestijging van de hemelbaan over de zuid naar het westen.
’s Avonds, helemaal aan de andere kant van de ‘platte aarde’ keken de bewoners angstig toe naar het drama van de vuurrode bal, dat in een symfonie van machtige oranje, roze en paarse kleurschakeringen op het einde van de wereld in de duistere zee verdween. De zon stierf een bloedrode occident (= dood) aan het einde van de Oceaan. De onpeilbare diepten waar geen zeeman zich nabij waagde. Finis Terrae. De Keltische druïden bouwden er hun zonnealtaar en smeekten de goden voor de geboorte van een nieuwe zon. Later bouwden de Romeinen er hun zonnetempel: ara solis.
De Pinta
Op 1 maart 1493 liep in de Ria van Vigo de Pinta, een doordeweekse kleine karveel binnen. Kapitein Pinzon had heel wat te vertellen toen hij verslag uitbracht aan de havenautoriteiten van Baiona (www.baiona.org). Per koerier werden Los Reyes Catolicos ingelicht. De mare zou de wereld veranderen. Een kortere zeeweg naar India was ontdekt via de Occident, het westen. De wereld was niet plat maar rond!
De Pinta (*1) behoorde tot het smaldeel - met de Santa Maria en de Nina - waarmee Christopher Columbus een poging had ondernomen om via het westen een weg te vinden naar het rijke India. Hadden ze er toen weet van dat ze een nieuw reusachtig continent hadden ontdekt?
De Rias
De Rias van Galicië kan je best omschrijven als Noorse fjorden met Bretoens Keltische invloeden – talrijke cruceiro’s incluis - een glimlach van de zon en een spetter regen. Aangename zomerse Noordzee temperatuur. De verbrokkelde kustlijn is 1.300 km lang. Ze worden in vier hoofddingen aangeduid: Rias Baixas, Costa de la Muerte (de Doodskust. Het idee van het einde van de wereld werd ook versterkt door de vele schipbreuken (*2) en de noordwesterstormen die het beeld van dit gebied bepalen), de Golf van Artabro en de Rias Altas, met de hoogste kusten van Europa (meer dan 600 meter).
We hadden Portugal verlaten over de ijzeren Eiffelbrug via de Portugese vestigstad Valença naar het Spaanse Tui (www.concellotui.org). We verzette onze horloges naar Centraal Europese tijd en voelden ons op slag een één uur ouder! Langs de rechteroever van de Minho/Mino waren we vervolgens afgezakt naar O Guarda en overnachtte in de vissershaven om ’s anderdaags langsheen de oevers van de Ria van Vigo (www.riasbaixas.org) onze reis naar het noorden te vervolgen.
Vigo (www.vigo.org) is een hectische havenstad in sterke uitbreiding. Niet te doen. We namen de Autovia (A9) richting Pontevedra (eenmalige péage €2,95) met afslag naar Marin. Overnachten deden we aan het de Playa Agrelo van Portomaior.
Pontevedra
’ s Anderdaags keerden we op onze stappen terug. Met hoerensjansse vonden we parking en bezochten het historische centrum van de stad (www.fegamp.es/Cpontefedra, www.consellopontevedra.es en www.depontevedra.es).
Pontevedra is ook een Portugese stop op de weg naar Compostela. In de Sanctuarium van La Peregrina kunnen de bedevaarders hun boekje laten afstempelen. La Pelegrina (de vrouwelijke pelgrim) is de beschermheilige van de stad.
Gezonde ezel
We verplaatsen ons naar het piepkleine eilandje van Toxa. Gekend om zijn heilzame kuuroord en speciale geurige zeep ‘La Toja’. De ontdekking van de genezende modder werd ontdekt door middel van een ezel! Een boer zijn ezel was ziek (soort ringworm volgens de bronnen) en had deze op het eilandje achtergelaten. Enkele maanden later moest hij terug naar het eiland voor het een of ‘t ander en ontdekte tot zijn verbazing dat zijn ten dode opgeschreven dier, gezond en wel was. Het wentelde zich met veel deugd in een plas modder.
Het eiland is een aanhangsel van het grotere O Grove. Deze is op haar beurt verbonden met het vastenland door een kilometers lange zanderige landengte, waar je aan de ene kant kunt zonnen op het uitgestrekte strand van A Lanzada, met zicht op de Ria de Pontvedra en aan de andere kant kunt pootjebaden in de Ria de Arousa. Er is een ruime gratis parking voorzien aan deze immense zandvlakte met faciliteiten.
Een eigenaardig ritueel
Maar helemaal voordat je begint aan deze tocht, bezoek ook eens het romaanse kerkje van Santa Maria (aan het begin van de landengte). Hier vindt op midzomernacht de Romeria da Lanzada plaats dat, als een duidelijke prechristelijke vruchtbaarheidsrite, wordt gevierd met de zogenaamde Bano das Nove Ondas (bad in de nieuwe golven).
Vrouwen die problemen hebben in verwachting te raken nemen hier een zeebad en moeten negen golven over zich heen laten gaan. Daarna, van groot belang. Anders lukt het niet: een kaars aansteken gemaakt van maagdelijke bijenwas en gemaakt door drie maagden met de naam Maria en liefst op dias de la Candelaria (Lichtmis) of Goede Vrijdag. De juiste tijdstip voor het badritueel, ook heel belangrijk, is net voor zonsopkomst en wel de laatste zondag van augustus. Vrouwen die niet zwanger raken is oorzaak omdat ze er niet in geloven! Heel die uitleg rammelt aan alle kanten, mijn gedacht. Zo zie je maar!
De Romeria van de Bijna Dood
Een processie waarbij doodskisten in plaats van heiligenbeelden meegedragen worden is ook niet alledaags! Dat gebeurd wel degelijk sedert de 15de eeuw in A Proba do Caraminal, een havenstadje aan de Ria de Arousa.
Als we goed geteld hebben werden we met 22 kanonschoten het bed uitgeschoten voor een vierdaagse Festa Galega de Interes Turistico. We stonden geparkeerd op de steiger geklemd tussen de jachthaven en de vissersboten en waren hier speciaal voor Las mortajas del Nazareno.
Er was een reusachtige kermis opgezet waartussen een zwerm negers aan kraampjes chacosse’s, zonnebrillen en blinq-blinq horloges trachtten aan de man te verslijten.
Twee reusachtige podium stonden op de Place Mayor. Dagelijks traden hier om tien uur tardes (’s avonds) tot halfvier in de morgen complete orkesten met Spaanse topzangers op. De podiums werden ’s nachts terug afgebroken en ’s anderdaags anderen opgezet om de volgende artiesten hun ding te laten doen. Zo vier dagen aan een stuk. Ieder groep beschikte dus over haar eigen mobiele podium.
De Romeria zelf had plaats op zondag om 10 uur in de manan (’s morgens). Een tiental kisten werden gedragen en begeleid door de fanfare met een duizenden koppige menigte, veel in paarsboetekleed met meters hoge kaarsen, door de straten rondgedragen. Ook een viertal folklorische groepen van gaitero’s (doedelzakspelers en trommelaars) zorgde voor de nodige ambiance.
Het einde van de rondgang werd aangekondigd door een spervuur van kanongebulder en in de lucht ontploffende granaten (hopelijk losse flodders). Het helse lawaai duurde een half uur en we kregen een smaakje voorgeschoteld hou de frontsoldaten zich in de oorlog van 14-18 moeten hebben gevoeld in de loopgraven. Mijn oren tuiten er nog van!
Grand Duna
In de onmiddellijke omgeving, voor je aan het plaatsje Corrubedo, toekomt bevind zich een reusachtige duin. Deze is 1.300 meter lang, 300 m breed en 20 m hoog.
Deze zandophoping, ook Duna Mobil (wandelende duin) genoemd, werd omstreeks 2.900 jaar geleden gevormd. Op het begin van de vorige eeuw was ze nog 60 meter hoog. Nu beschermd als nationaal natuurmonument en enkel nog toegankelijk via een houten plankenpad, waar je niet vanaf mag wijken (€600 tot €6.000 boete). Anno 1993 werd ze opgenomen op de RAMSAR-lijst.
De Faro van Corrubedo
Een laatste zonsondergang maakten we neem van op de rotsen aan de vuurtoren van Corrubedo. Het spektakel duurde meer dan een uur van veranderend licht en kleurschakeringen. Geen enkel vuurwerk, lasershow of wat dan ook kon dit natuurverschijnsel evenaren. Ondanks dat de plek afgelegen ligt komt er dagelijks toch veel volk voor dit gratis schouwspel opdagen. Ook de Europese wandelroute GR-52 (*3) loopt hier op haar einde.
Finis Terrae.
********

Voetnoten
(*) Om het 500ste verjaring te vieren van de ontdekking van Amerika werd in 1993 een duplicaat van de Pinta gebouwd. Het ligt in de haven en is te bezoeken voor €1.
(*2) Schipbreuken: Een andere dood van de vis-, schelpdierenindustrie en toerisme is van deze tijd. In 1993 leed de Aegean Sea hier als voorsmaakje schipbreuk voor wat nog komen moest: de stranden kleurden zwart van de stookolie. Op 13 november 2002 brak er, na een stranding op een klip, de Prestige met 100.000 ton ruwe olie in de buik.
(*3) GR: Sentier de Grande Randonée (Gran Recorredo).
Websites
www.arosanorte.org, www.verbarbanza.com, www.turgalicia.com en www.turisogallego.com. Campings: www.camping.riadearosa.com.
www.sanxenxo.org, www.turimogrove.com
Spaanse bureaus voor toerisme: www.tourspain.be, www.spaansverkeersbureau.nl.
© www.camperreiswegwijzer.com
.